Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een belastingplichtige is van 1 januari 1997 tot en met 26 augustus 1997 in het bezit geweest van een aanmerkelijk belang. Op laatst genoemde datum heeft hij de aandelen verkocht naar de toestand per 1 januari 1997. Daarbij is de overdrachtsprijs bepaald op een zogenaamde “earn-out-regeling” te weten een 1e en een 2e betaling gevolgd door een betaling in 2002 die, kort gezegd, afhankelijk is van de in de jaren 1998 tot en met 2002 gerealiseerde winst. Ondanks de omstandigheid dat daarover kennelijk met de Belastingdienst een afspraak is gemaakt ontstaat er voor het jaar 1997 een geschil over de verkrijgingsprijs van de aandelen van het aanmerkelijk belang. In dat kader stelt de belastingplichtige zich in een brief van 22 februari 2000 op het standpunt dat er ook in 2002 niets te belasten zal zijn. Op die brief antwoordt de inspecteur niet. In zijn op 26 augustus 2003 ingediende aangifte IB 2002 neemt de belastingplichtige geen aanmerkelijk belangwinst op. Op 29 augustus 2003 wordt de inspecteur LB op de hoogte gesteld van de totale opbrengst van onder meer het aanmerkelijk belang van de belastingplichtige ad fl. 5.240.672. De inspecteur legt de definitieve aanslag 2002 op 27 februari 2004 conform de aangifte op. In 2006 vordert hij IB na over het verschil tussen fl. 5.240.672 en de aanvankelijk geschatte overdrachtsprijs ad fl. 4.115.354 is fl. 1.125.318 of 510.647 euro. De Rechtbank handhaaft de navorderingsaanslag. De omstandigheden zijn niet zodanig dat de belastingplichtige er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat in 2002 geen aanmerkelijk belangheffing zou plaatsvinden. Ook kan niet beslist worden dat er een nieuw feit ontbreekt, want de kennis van andere eenheden kan alleen aan de bevoegde eenheid worden toegerekend als van coördinatie sprake is en dat doet zich hier niet voor. Ook kan het gelijkheidsbeginsel geen soelaas bieden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum instantie
25 mei 2012
Rolnummer
11/5093
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2012:BX9121

Naar de bovenkant van de pagina