Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De eigenaar van een garagebedrijf, annex autosloperij, en reparatie-/verfinrichting, moest door wijzigingen in de milieuvoorschriften de autosloperij in 1990 opheffen. De daarvoor ontvangen vergoeding is verantwoord als winst. De vergoeding in 1993 voor beëindiging van de ververij is als kapitaalstorting opgenomen. De FIOD heeft de vergoeding gerenseigneerd aan de inspecteur. Tussen renseignering en het opleggen van de aanslag liggen ruim zes maanden, zodat niet kan worden gesproken van een nieuw feit. De navordering blijft echter wel in stand, omdat de eigenaar, gelet op zijn handelwijze in 1990, te kwader trouw is daar hij de vergoeding niet heeft aangegeven. Een beroep op de stakingsvrijstelling wordt niet gehonoreerd, omdat de activiteiten rond de verfspuitinrichting slechts ongeveer 2,5 procent van de jaaromzet uitmaken. Dit is geen zelfstandig gedeelte van de onderneming.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
27 februari 2001
Rolnummer
99.00969

Naar de bovenkant van de pagina