Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een BV die een garage- en parkeerbedrijf exploiteerde heeft haar activiteiten v贸贸r 1995 gestaakt. Het bedrijfsgebonden vastgoed heeft de BV aangehouden om bij verkoop meerwaarde te kunnen realiseren. Eind 1995 zijn de aandelen in de BV verkocht aan een vennootschap die onderdeel uitmaakt van een bouwconcern. Het vastgoed is vervolgens eind 1996 grotendeels verkocht en het restant in 1997. De boekwinst op de panden is in een vervangingsreserve gereserveerd. In het jaar 2000 heeft de BV belangrijke investeringen in vastgoed gedaan en daar de vervangingsreserve op afgeboekt. Het Hof acht in hoger beroep door de BV niet aannemelijk gemaakt dat de panden na de wijziging van de bedrijfsactiviteiten de status van bedrijfsmiddel hebben behouden. De boekwinsten hadden in 1996 en 1997 niet aan een vervangingsreserve mogen worden toegevoegd omdat de panden tot de voorraad waren gaan behoren. De ten onrechte gevormde vervangingsreserve wordt met toepassing van de foutenleer aan de winst over het onderhavige jaar (2000) toegevoegd. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
17 december 2008
Rolnummer
06/00560
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2008:BH0936

Naar de bovenkant van de pagina