Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een met een Amerikaanse getrouwde Nederlander en zijn vrouw krijgen in 1999 een dochter. Eind 2000 sticht hij een Trust naar het recht van de staat New York. De Trust is “irrevocable” en kan ook niet gewijzigd worden.
De enige begunstigde is de dochter. Tot haar 21e bepaalt de trust de bedragen die nodig zijn voor een comfortabel bestaan van de dochter, daarna ontvangt zij jaarlijks 2% van het vermogen van de trust. Op haar 30e jaar ontvangt zij de helft van het vermogen van de trust en op haar 50e de rest. Op 4 december 2000 brengt de man participaties met een waarde van fl. 2.382.143 in de trust in en op 29 januari 2001 participaties met een waarde van fl. 116.537.902. Daarvoor is respectievelijk fl. 665.244 en 18.063.414 schenkingsrecht betaald. Naar aanleiding van vernieuwde toerekenregels ter zake van afgezonderde particuliere vermogens is in een overgangsbepaling ter vermijding van dubbele belasting teruggaaf van eerder betaald schenkingsrecht mogelijk gemaakt. Daarvoor komt de dochter naar het eensluidend oordeel van partijen echter niet in aanmerking als zij gerechtigd is tot het gehele vermogen van de trust. Anders dan de dochter oordeelt de Rechtbank dat de dochter tot dat gehele vermogen gerechtigd is en verleent haar geen teruggaaf van schenkingsrecht.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2010
Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum instantie
21 december 2011
Rolnummer
11/423&AWB424
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BV2797

Naar de bovenkant van de pagina