Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In de jaren 1999 en 2000 konden de beroepsvoetballers van een vereniging die in de eredivisie speelde, aandelen kopen die zij een aantal jaren vast moesten houden. De koopprijs werd gefinancierd en de vereniging garandeerde een jaarlijks voordeel van 15%. Toen deze regeling (die afgezien van het LB-probleem de vereniging fl. 20 miljoen heeft gekost) via de TV bekend werd, heeft de vereniging contact met de inspecteur gezocht. Deze achtte de voordeelgarantie als loon belast en wel in het jaar waarin de garantie was verstrekt. Voor de waardering paste hij de putbenadering ontwikkeld door Black en Scholes toe. Die vindt het Hof alleszins redelijk. Voor een speler voor wie de 35%-regeling gold kan die in die jaren ook op het onderhavige loonbestanddeel worden toegepast. Aangezien de vereniging aan een beperkt aantal spelers een belastinggarantie heeft afgegeven komt alleen het voordeel van deze spelers voor directe brutering in aanmerking. Het Hof past geen omkering van de bewijslast toe, omdat het in dit geval om een bijzonder gecompliceerde aangelegenheid gaat. Dat is ook de reden waarom het Hof de boete schrapt. De inspecteur moet nu een nieuwe beslissing over de enkelvoudige belasting nemen.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1999-2000
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
21 februari 2007
Rolnummer
05/00076
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB4625

Naar de bovenkant van de pagina