Direct naar content gaan

Samenvatting

Een NV houdt middellijk een deelneming in een Australische vennootschap (de Ltd).
De NV heeft leningen verstrekt aan de Ltd. De daarop ontvangen rente is in Nederland belast. In 2004 worden de leningen omgezet in redeemable preference shares. Volgens de NV valt het daarop ontvangen dividend onder de deelnemingsvrijstelling.
De inspecteur houdt het echter op belaste rente, onder andere omdat er nauwelijks stemrecht op deze shares bestaat, er sprake is van een vaste procentuele vergoeding alsmede van een vaste looptijd.
In beroep stelde Rechtbank Haarlem de inspecteur in het gelijk.
Dit oordeel werd in hoger beroep door Hof Amsterdam ongedaan gemaakt, waarop de Staatssecretaris cassatieberoep instelde.
Volgens A-G Wattel bieden de vastgestelde feiten voor de Hoge Raad onvoldoende houvast om zelf de geldverstrekkingen fiscaalrechtelijk te kwalificeren. Daarom stelt hij verwijzing naar de feitenrechter voor.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
A-G
Datum instantie
9 januari 2013
Rolnummer
12.03540
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:BZ0216
bwbid=bwbr0&artikel=13,bwbid=bwbr0&artikel=8,bwbr0002672&artikel=13&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina