Direct naar content gaan

Samenvatting

De Litouwse vennootschap ‘HA.EN.’ UAB (hierna: X) sloot een overeenkomst tot cessie van schuldvorderingen met Medicinos bankas. Hierdoor verkreeg X van de bank alle financiële aanspraken uit de kredietovereenkomst van de bank met ‘Sostinės būstai’ UAB (hierna: Y), waaronder ook een hypotheek.

X bevestigde dat zij wist dat Y insolvent was en aan een herstructureringsprocedure was onderworpen. Nadat de openbare verkoop van een deel van de onroerende goederen van Y was mislukt, heeft X de goederen zelf overgekocht. Hierbij heeft Y een btw-factuur opgesteld waarin stond dat het onroerend goed was overgedragen voor de prijs van € 4.519.008 en € 948.991 aan btw.

X heeft de btw-factuur opgenomen in haar boekhouding, de voorbelasting in aftrek gebracht en de btw aangegeven in de btw-aangifte voor november 2016.

Y heeft de btw-factuur opgenomen in haar boekhouding en het op de btw-factuur vermelde bedrag aan btw aangegeven in de btw-aangifte voor augustus 2016, maar zij heeft de verschuldigde btw niet aan de schatkist afgedragen. Op 1 oktober 2016 werd de insolventieprocedure tegen Y ingeleid.

De Litouwse belastingdienst voerde bij X een controle uit en stelde vast dat X oneerlijk had gehandeld en rechtsmisbruik had gepleegd omdat zij wist/had moeten weten dat Y geen btw kon betalen. De belastingdienst ontzegde daarop het recht op aftrek van de btw aan X.

Over de vraag of dit terecht is, heeft de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Het HvJ verklaart het volgende voor recht:

Artikel 168, onderdeel a, Btw-richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale praktijk waarbij bij de verkoop van een onroerend goed tussen belastingplichtigen de koper het recht op aftrek van de voorbelasting wordt geweigerd op de enkele grond dat hij wist of had moeten weten dat de verkoper in financiële moeilijkheden verkeerde of zelfs insolvent was, en dat deze omstandigheid ertoe had kunnen leiden dat de verkoper de belasting over de toegevoegde waarde niet aan de schatkist zou afdragen of zou kunnen afdragen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HvJ
Datum instantie
15 september 2022
Rolnummer
C-227/21
ECLI
ECLI:EU:C:2022:687
Auteur(s)
prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx
Erasmus Universiteit/BDO
NLF-nummer
NLF 2022/1969
Aflevering
13 oktober 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5260
bwbr0002629&artikel=6,bwbr0002629&artikel=6&lid=1,bwbr0002629&artikel=12&lid=5,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002633&artikel=24ba,bwbr0004770&artikel=42d,bwbr0002629&artikel=12&lid=5,bwbr0002633&artikel=24ba,bwbr0004770&artikel=42d,celex32006l0112&artikel=168,celex32006l0112&artikel=199,celex32006l0112&artikel=168,celex32006l0112&artikel=199

Naar de bovenkant van de pagina