Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in haar aangifte IB/PVV 2015 aftrek geclaimd voor specifieke zorgkosten die bij de aanslagregeling gedeeltelijk is verleend. Bij Hof Arnhem-Leeuwarden was niet in geschil dat de Inspecteur ten onrechte een bedrag van € 87 voor kosten van extra gezinshulp niet in aanmerking had genomen. Het Hof heeft de aftrek voor specifieke zorgkosten met dat bedrag verhoogd en het inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 18.112 min € 87 is € 18.025.

In cassatie betoogt X dat het Hof de aanslag te hoog heeft vastgesteld doordat het Hof geen rekening heeft gehouden met de verhoging van 40% van de uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in artikel 6.19, lid 1, aanhef en onderdeel b, Wet IB 2001. Het inkomen uit werk en woning moet worden vastgesteld op € 17.990 (te weten € 18.112 – (€ 87 x 1,4)), aldus X.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond. Het Hof heeft kennelijk over het hoofd gezien dat het inkomen niet met € 87 moest worden verminderd, maar met afgerond € 122 omdat de uitgave van € 87 voor extra gezinshulp ingevolge artikel 6.19, lid 1, aanhef en onderdeel b, Wet IB 2001 met 40 procent moet worden verhoogd. De Hoge Raad doet de zaak af. De aanslag wordt verminderd tot een aanslag naar een inkomen uit werk en woning van € 17.990.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
HR
Datum instantie
29 april 2022
Rolnummer
21/04115
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:666
Auteur(s)
mr. E. Thomas
Tilburg University/Zelfstandig belastingadviseur
NLF-nummer
NLF 2022/0950
Aflevering
19 mei 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5008
bwbr0011353&artikel=6.17,bwbr0011353&artikel=6.17,bwbr0011353&artikel=6.19,bwbr0011353&artikel=6.19

Naar de bovenkant van de pagina