Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(3)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan een man is op 29 oktober 2009 voor zijn auto een vrijstellingsbeschikking motorrijtuigenbelasting (mrb) afgegeven.
Op dat moment waren motorrijtuigen van ten minste 25 jaar oud vrijgesteld voor de mrb.
Op 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens van de ‘oldtimerregeling’ verhoogd.
Als gevolg daarvan geldt, onder voorwaarden, een vrijstelling mrb voor motorrijtuigen die ten minste 40 jaar eerder in gebruik zijn genomen.
Er bestaat overgangsrecht voor personenauto’s rijdend op benzine die vóór 1 januari 1988 voor het eerst in gebruik zijn genomen.
Op grond van het overgangsrecht is de man vanaf 2014 mrb verschuldigd naar een tarief van € 120 (kwarttarief).
Bij dit overgangsrecht geldt als voorwaarde dat geen gebruik van de weg mag worden gemaakt in de maanden januari, februari en december.
De man heeft bezwaar gemaakt tegen de rekening mrb en is vervolgens in beroep gegaan.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vrijstellingsbeschikking uit 2009 door de wetswijziging van rechtswege is vervallen.
Zij oordeelt verder dat de wetswijziging geen individuele en buitensporige last oplevert.
Dat komt omdat het financiële gevolg van de wetswijziging een te betalen bedrag van € 120 is.
Dat hier tegenover staat dat slechts gedurende 9 maanden gebruik van de weg mag worden gemaakt maakt dit niet anders.
Er is geen sprake van schending van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
21 november 2014
Rolnummer
14/3571
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2014:8359
entry not found in index

Naar de bovenkant van de pagina