Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is in november en december 2017 koopovereenkomsten aangegaan met bedrijf A voor de aanschaf van dertig computers die waren bedoeld voor het rekenkundig creëren (‘minen’) van bitcoins. Voorts is hij servicecontracten aangegaan met bedrijf B. De computers zijn nooit geleverd wegens oplichting door de eigenaar van beide bedrijven.

Het hiermee geleden verlies van € 122.201 heeft X in de aangifte IB/PVV 2018 opgevoerd als verlies uit onderneming. De Inspecteur staat de aftrekpost niet toe.

Ter zitting van Rechtbank Gelderland heeft de Inspecteur desgevraagd de mogelijkheid opengehouden dat eind 2017 sprake was van een objectieve voordeelsverwachting. De koers van de bitcoin was toen dermate hoog dat het minen lucratief was. Partijen zijn het over de bronvraag in wezen eens, wat daar verder ook van zij, aldus de Rechtbank.

De Rechtbank is met de Inspecteur van oordeel dat de kwalificatie winst uit onderneming niet van toepassing is omdat geen sprake is van een organisatie van arbeid en kapitaal. Nu moet worden aangenomen dat sprake is van een bron van inkomen, kwalificeren de activiteiten van X naar het oordeel van de Rechtbank als row. Dat de hoeveelheid arbeid die X zich heeft getroost mogelijkerwijs gering is, doet niet af aan deze kwalificatie.

De subsidiaire stelling van de Inspecteur, inhoudende dat rekening moet worden gehouden met een toekomstige schadevergoeding, slaagt niet. Die stelling is namelijk niet cijfermatig onderbouwd en evenmin voorzien van een inschatting van de kans op succes.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
7 maart 2024
Rolnummer
22/5627
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:1640
NLF-nummer
NLF 2024/0841
Aflevering
9 april 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6327
bwbr0011353&artikel=3.95,bwbr0011353&artikel=3.95

Naar de bovenkant van de pagina