Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemeente Breda heeft een fout gemaakt bij de waardering van een hoekwoning die als referentie-object diende voor 22 tussenwoningen in de straat. Die zijn daardoor ook te laag gewaardeerd. In dezelfde straat liggen acht identieke woningen, waaronder die van belanghebbende, waarvan de waardebepaling is gekoppeld aan twee met belanghebbendes woning identieke referentiepanden in een andere, nabijgelegen straat. Deze acht woningen zijn daardoor juist gewaardeerd. Dat geldt ook voor 79 andere met belanghebbendes woning vergelijkbare panden in de stad. De meerderheid van de met belanghebbende vergelijkbare woningen is volgens de gemeente dus juist gewaardeerd. De Hoge Raad stelt evenwel dat de vergelijking dient te worden gemaakt met "identieke" woningen. Voor de toepassing van de meerderheidsregel bestaat evenwel een bijzonder situatie als het gaat om een fout in de waardering waardoor woningen met "enig specifiek kenmerk" te laag zijn gewaardeerd. In die situatie moeten in beginsel in de vergelijking worden betrokken alle woningen die het kenmerk gemeen hebben ten aanzien waarvan de voor de waardebepaling relevante fout is gemaakt (HR 17 juni 1992, nr. 26777, BNB 1992/294). Die situatie deed zich in dit geval niet voor. De zaak is verwezen opdat het verwijzingshof kan beoordelen of een meerderheid van identieke woningen te laag is gewaardeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1997-2000
Instantie
HR
Datum instantie
8 juli 2005
Rolnummer
39.953
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT8945

Naar de bovenkant van de pagina