Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze WOZ-zaak heeft Rechtbank Oost-Brabant in aanloop naar de zitting contact opgenomen met de Heffingsambtenaar, omdat in het dossier geen verweerschrift aanwezig was. De Heffingsambtenaar heeft daarop laten weten dat hij, voor zover hij kon nagaan, in juli 2021 al een verweerschrift had ingediend. Hij heeft het stuk daarop (nogmaals) toegestuurd. De Rechtbank heeft dat stuk, dat is gedateerd op 22 juli 2021, op 17 mei 2022 ontvangen.

X stelt in hoger beroep dat de Rechtbank het stuk van 22 juli 2021 wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing had moeten laten. Hij heeft het stuk pas op 18 mei 2022 – vijf dagen vóór de zitting – ontvangen.

Hof Den Bosch oordeelt dat het stuk in dit geval terecht is toegelaten tot de procedure omdat (de gemachtigde van) X voor de zitting van de Rechtbank van de inhoud van het stuk kennis had kunnen nemen en er op de zitting adequaat op had kunnen reageren. Hij heeft besloten dat niet te doen. Dat komt voor zijn eigen rekening en risico.

Daarnaast is in geschil of sprake is van schending van artikel 40, lid 2, Wet WOZ.

De omstandigheid dat de KOUDV- en liggingsfactoren niet in de bezwaarfase zijn verstrekt terwijl dat wel had moeten gebeuren, leidt in dit geval niet tot een gegrond hoger beroep. X klaagt hierover namelijk pas voor het eerst in hoger beroep. Het Hof beschouwt dit als een schending van de goede procesorde.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
5 juni 2024
Rolnummer
22/1405
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:1864
NLF-nummer
NLF 2024/1544
Aflevering
25 juni 2024
bwbr0005537&artikel=8:58,bwbr0005537&artikel=8:58,bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina