Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is in mei 2017 gestart met activiteiten als onlinefitnesscoach via een website. Voor een standaardtarief van 299 dollar per maand kunnen klanten gebruikmaken van de diensten van X. De meeste klanten zijn particulieren die woonachtig zijn buiten de EU. X drijft zijn onderneming vanuit zijn woning in Nederland.

X stelt dat hij voor het tweede kwartaal 2022 te veel omzetbelasting op aangifte heeft voldaan.

In geschil is wat de plaats van dienst is met betrekking tot de diensten die hij verricht aan de particuliere afnemers die buiten de EU woonachtig zijn. In het bijzonder is in geschil of de diensten kwalificeren als diensten verricht door raadgevende personen, adviesbureaus en andere soortgelijke diensten, zoals bedoeld in artikel 6i, onderdeel c, Wet OB 1968.

Volgens Rechtbank Gelderland is dat het geval. X heeft onweersproken gesteld dat hij beschikt over kennis van wetenschappelijk onderzoek dat betrekking heeft op de trainings- en voedingsleer en dat zijn afnemers hem vanwege deze kennis benaderen voor een op maat gemaakt trainings- en voedingsadvies. Volgens de Rechtbank heeft de dienstverlening van X aldus een doel dat vergelijkbaar is met het doel van de diensten die hoofdzakelijk en gewoonlijk worden verricht door raadgevende personen of adviesbureaus. De door de Inspecteur aangedragen argumenten leiden niet tot een ander oordeel.

De plaats van dienst van de diensten is niet in Nederland. X is geen omzetbelasting verschuldigd over de vergoedingen die hij voor deze diensten heeft ontvangen. Hij heeft daarom recht op een teruggaaf van € 7.091.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2e kwartaal 2022
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
22 maart 2024
Rolnummer
23/2845
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:1625
NLF-nummer
NLF 2024/0816
Aflevering
2 april 2024
bwbr0002629&artikel=6i,bwbr0002629&artikel=6i

Naar de bovenkant van de pagina