Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X bv heeft op eigen naam en voor eigen rekening negen aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van videotuners met USB-interface of ExpressCard-interface waarmee zij kunnen worden aangesloten op een personal computer. Volgens X bv moeten de videotuners worden ingedeeld als ‘elektronische assemblages voor inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine’ als bedoeld in post 8528 71 11 van de GN (tarief 0%). De Inspecteur stelt dat het ‘andere’ videotuners zijn als bedoeld in post 8528 71 19 van de GN (tarief 14%).

Hof Amsterdam stelde de Inspecteur in het gelijk. Het Hof heeft geoordeeld dat het aansluiten van de videotuners op de USB-poort of het ExpressCard-slot van een personal computer en ook het verwijderen van de videotuners daaruit zonder noemenswaardige moeite of technische kennis van de gebruiker mogelijk zijn. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat de behuizing van de videotuners bescherming biedt tijdens het (wisselende) gebruik en transport. Hierin ligt het oordeel besloten dat het steken van een USB-interface of ExpressCard-interface in een USB-poort of ExpressCard-slot geen ‘inbouw’ is als bedoeld in post 8528 71 11 van de GN, aldus de Hoge Raad. Er is daarom geen sprake van ‘elektronische assemblages voor inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine’.

De door het Hof gehanteerde postindeling is juist. Het door X bv ingestelde cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.

Contrair: conclusie A-G Ettema.

In deze zaak staat de indeling van videotuners in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) van de Europese Unie (EU) ter discussie. Het betreft videotuners met een USB-interface of ExpressCard-slot, die in 2008 zijn geïmporteerd in de EU. Het indelingsvraagstuk spitst zich toe op de vraag of de videotuners dienen te worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 71 11 (douanerecht: 0%) als ‘elektronische assemblages voor inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine (computer)’ of onder postonderverdeling 8528 71 19 (douanerecht: 14%) als ‘andere videotuners’.

Kort gezegd, zijn zowel de Rechtbank (uitspraak niet gepubliceerd) als het Hof van oordeel dat geen sprake is van ‘inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine’ wanneer de videotuners worden aangesloten op een pc via een USB-poort of een ExpressCard-slot. Hierbij overwoog het Hof met name dat de videotuners op elk moment, zonder enige moeite en zonder dat enige technische kennis of handeling is vereist, kunnen worden aangekoppeld dan wel losgekoppeld. Daarbij kwam dat de videotuners wel uit elektronische assemblages bestonden, maar dat deze een beschermende behuizing hadden voor wisselend gebruik en transport.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
3 april 2008 tot en met 22 mei 2008
Instantie
HR
Datum instantie
4 november 2016
Rolnummer
14/05469
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2494
Auteur(s)
drs. R.R. Ramautarsing
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2016/0890
Aflevering
22 december 2016
Judoregnummer
JCDI:NFB146

Naar de bovenkant van de pagina