Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is in 1994 opgericht naar Nederlands recht en is statutair gevestigd te Nederland. In 2013 werd de statutaire directie en feitelijke leiding van X uitgeoefend door een in Malta gevestigde rechtspersoon. Enig aandeelhouder van X in 2013 was D, sinds 2004 woonachtig in Zwitserland. X had in 2013 een rekening-courantvordering op D. De hierover berekende rente van € 53.485 is door D schuldig gebleven. X maakte in Malta voor de winstbelasting gebruik van het remittance base regime. Over het voornoemde bedrag is als gevolg daarvan in Malta geen winstbelasting geheven.

In geschil is of de door D verschuldigde rente van € 53.485 door Nederland in de heffing van vpb mag worden betrokken.

Dat is volgens Rechtbank Gelderland niet het geval. Nu de feitelijke leiding van X in 2013 in Malta was gelegen, wordt X voor toepassing van het Verdrag Nederland-Malta geacht inwoner te zijn van Malta. Er is sprake van beperkte binnenlandse belastingplicht. Nu geen sprake is van een vaste inrichting van X in Nederland, noch van rente die afkomstig is uit Nederland, is Nederland niet heffingsbevoegd ten aanzien van het bedrag aan schuldig gebleven rente. Deze rente kan daarom niet in Nederland belast worden. Aan toepassing van de remittance-basebepaling van artikel 2, lid 5, Verdrag Nederland-Malta wordt niet toegekomen, omdat geen sprake is van voorkoming van dubbele belasting.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
11 december 2019
Rolnummer
18/4222
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:5991
NLF-nummer
NLF 2020/0069
Aflevering
2 januari 2020

Naar de bovenkant van de pagina