Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X is geruime tijd in dienst geweest van het Europees Octrooi Bureau (EOB). In 2009 ontving hij van het EOB een bedrag van € 2.741 aan inkomsten uit tegenwoordige arbeid en een EOB-pensioen ter grootte van € 80.602. Van dit bedrag is € 16.734 betaald als een partiële compensatie. Dit betreft een compensatie voor de extra nationale inkomstenbelasting die gepensioneerde werknemers van het EOB die voor 1 januari 2009 bij het EOB in dienst zijn moeten betalen ten opzichte van gepensioneerde werknemers van het EOB die wonen in lidstaten die geen nationale inkomstenbelasting heffen over het EOB-pensioen.

In geschil is kort gezegd of de partiële compensatie is aan te merken als ‘emolument’ als bedoeld in artikel 16, lid 1, EOB-Protocol, zodat de compensatie niet meer in de heffing van Nederlandse inkomstenbelasting kan worden betrokken of dat de partiële compensatie moet worden aangemerkt als ‘pension’ als bedoeld in artikel 16, lid 2, EOB-Protocol, zodat geen sprake is van een heffing van interne belasting en de nationale inkomstenbelastingvrijstelling geen opgeld doet. 

Volgens Hof Den Haag kwalificeert de partiële compensatie niet als emolument en is Nederland niet verplicht de partiële compensatie van inkomstenbelasting vrij te stellen. Het Hof oordeelde voorts dat het aanmerken van de partiële compensatie als ‘pension’ in de zin van artikel 16, lid 2, EOB-Protocol verenigbaar is met het voorwerp en doel van het Europees Octrooiverdrag.

X heeft cassatieberoep ingesteld, maar volgens A-G Niessen is dat ongegrond. X is een ‘former employee’ en dat is geen employee in de zin van artikel 16, lid 1, EOB-Protocol. Er is geen sprake van een emolument als bedoeld in artikel 16, lid 1, EOB-Protocol. De oordelen van het Hof zijn juist.

Belastingheffing over inkomen genoten van een internationale organisatie

Werknemers van een internationale organisatie zijn voor hun salaris vrijgesteld van nationale belastingheffing en in plaats daarvan onderworpen aan een interne heffing van de organisatie. Op deze manier komt de belasting over het salaris ten goede aan alle lidstaten (en profiteert niet alleen de vestigingsstaat van de organisatie van de belastingheffing), ontstaat er geen ongelijkheid in de beloning van de (internationale) medewerkers door verschillende nationale heffingen, en kan de functie onafhankelijk worden uitgevoerd (doordat de vestigingsstaat geen invloed heeft op de hoogte van de beloning). Pensioenen daarentegen zijn niet vrijgesteld van nationale belastingheffing, en om dit te compenseren wordt het pensioen verhoogd met een zogenoemde ‘tax adjustment’. Deze tax adjustment wordt jaarlijks aan de organisatie terugbetaald door het land dat belasting heft over het pensioen.

Van ‘tax adjustment’ naar ‘partial compensation’

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
A-G
Datum instantie
9 november 2016
Rolnummer
16/00971
ECLI
ECLI:NL:PHR:2016:1129
Auteur(s)
mr. F.M. Verberk
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2017/0230
Aflevering
2 februari 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB171

Naar de bovenkant van de pagina