Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is op of omstreeks 18 december 1991 geëmigreerd naar België. Op 15 december 1994 heeft hij 50% van de aandelen in A (bv) verkregen voor € 9.075. Op 11 maart 2003 is X geremigreerd naar Nederland. Op dat moment hield hij nog steeds 50% van de aandelen in A. Deze bv is steeds gevestigd geweest in Nederland.

In geschil is de verkrijgingsprijs van de aandelen (artikel 4.25 Wet IB 2001).

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de Inspecteur de verkrijgingsprijs terecht op de historische kostprijs van € 9.075 heeft gesteld.

X betoogt in cassatie, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 11 november 1998 (32.883, ECLI:NL:HR:1998:AA2569), dat artikel 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001 moet worden uitgelegd met inachtneming van het Verdrag Nederland-België. Dit brengt volgens X met zich dat de verkrijgingsprijs met een zogenoemde step-up moet worden vastgesteld op € 611.640.

De Hoge Raad is het niet met X eens. X was in de periode dat hij in België woonde buitenlands belastingplichtig ter zake van de aandelen. De verkrijgingsprijs van de aandelen, als bedoeld in artikel 4.21 Wet IB 2001, wordt niet vermeerderd op grond van artikel 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001 ingeval die aandelen een aanmerkelijk belang vormden en de houder van dat aanmerkelijk belang ter zake daarvan buitenlands belastingplichtig was in de periode voordat hij in Nederland kwam wonen. Nu zich in het onderhavige geval ter zake van de aandelen geen belastbaar feit heeft voorgedaan, mist het door X genoemde arrest van 11 november 1998 betekenis voor het onderhavige geval. Het gevolg van het stellen van de verkrijgingsprijs op € 9.075 is dat Nederland, indien X zijn aandelen vervreemdt nadat hij in Nederland is komen wonen, de volledige waardeaangroei van de aandelen boven die verkrijgingsprijs in de heffing van inkomstenbelasting betrekt. Dit gevolg is niet in strijd met het Verdrag Nederland-België.

Het cassatieberoep van X wordt ongegrond verklaard.

Conform Conclusie A-G Niessen.

Het arrest van de Hoge Raad is in lijn met de uitspraak van Rechtbank Den Haag en conform de conclusie van A-G Niessen. Daarmee heeft X veertien jaar na zijn terugkeer naar Nederland, eindelijk duidelijkheid over de fiscale gevolgen van zijn remigratie.

Ratio van de regeling

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2003
Instantie
HR
Datum instantie
22 september 2017
Rolnummer
15/05899
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2423
Auteur(s)
mr. W.J.H. Antonisse
Cox + Partners
NLF-nummer
NLF 2017/2330
Aflevering
12 oktober 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB805
,bwbr0011353&artikel=4.25,bwbr0012066&artikel=16&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina