Direct naar content gaan

Samenvatting

Prejudicieel arrest Hoge Raad, 2 december 2005, nr. 40.324.
Investrand BV had als passieve holdingmaatschappij tot 3 augustus 1989 een belang van 43,75% aandelen Cofex BV bezeten, die zij op die datum aan Hi-Tec Sports plc had verkocht. In de koopsom was een vergoeding begrepen gebaseerd op de winstontwikkeling van Cofex in de jaren 1989 tot en met 1992. Pas in 1993 is Investrand (belaste management)activiteiten tegen vergoeding gaan ontwikkelen. Tussen Investrand en Hi-Tec Sports was een geschil ontstaan over de basis van de winst van Cofex in 1992 waarover Investrand op grond van het verkoopcontract van de aandelen Cofex een vergoeding toekwam. Dat geschil is in 1996 door arbitrage geëindigd. In dat kader had Investrand juridisch advies ingewonnen en op de daarvoor aan haar uitgereikte facturen was haar omzetbelasting in rekening gebracht. Deze voordruk is volgens het Hof van Justitie niet aftrekbaar. De desbetreffende kosten houden niet rechtstreeks en onmiddellijk verband met een economische activiteit in de zin van de Zesde richtlijn. Zij horen ook niet tot de algemene kosten die aan zo’n economische activiteit kunnen worden toegerekend omdat die in de prijs van de economische activiteit worden opgenomen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1992
Instantie
HvJ
Datum instantie
8 februari 2007
Rolnummer
C-435/05
ECLI
ECLI:EU:C:2007:87
bwbr0002629&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina