Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Giften aan de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un zijn in Nederland aftrekbaar. Want in Nederland hebben overheidsinstellingen van alle landen ter wereld automatisch de anbi-status. Daardoor hebben bijvoorbeeld dus ook Noord-Koreaanse gevangenissen, het Iraanse nucleaire programma of het leger in Soedan automatisch de status van goed doel in Nederland, net als de ministeries van alle landen. Fred van Horzen blikt terug op een recent over dit onderwerp gevoerd Kamerdebat.

Opinie

Algemeen

In december 2019 was er ophef over een opmerking van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un. De grote roerganger had aangekondigd dat hij met Kerst 2019 een bijzondere gift zou doen aan Donald Trump. Trump was erg benieuwd.

‘Maybe it’s a present where he sends me a beautiful vase as opposed to a missile test. I may get a vase. I may get a nice present from him. You don’t know. You never know.’

Bijna een jaar later is nog steeds onduidelijk welke gift Kim in gedachten had en of hij uitvoering heeft gegeven aan zijn voornemen. Het was niet de eerste keer dat Noord-Korea in verband werd gebracht met giften. In juni 2018 is door Helma Lodders (VVD) en Pieter Omtzigt (CDA) een motie ingediend waarin werd geconstateerd dat overheidsinstellingen van alle landen ter wereld automatisch de anbi-status hebben en dat ‘Noord-Koreaanse gevangenissen, het Iraanse nucleaire programma of het leger in Soedan dus automatisch de status van goed doel hebben in Nederland, net als de ministeries van alle landen’. De indieners van de motie verzochten de regering dit zo snel mogelijk recht te zetten, voor ten minste de landen buiten Europa.

Limitering anbi-status buitenlandse overheden

De inhoud van de motie viel in vruchtbare Haagse grond en vond zijn weg naar het wetsvoorstel ‘Fiscale Verzamelwet 2021’. Op grond van dit op 13 oktober 2020 door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel wordt de tekst van artikel 5b, lid 2, AWR gewijzigd. Dit betekent dat indien het voorstel ook door de Eerste Kamer wordt goedgekeurd, met ingang van 2021 de automatische toekenning van de anbi-status wordt beperkt tot:

  1. de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen en daarmee vergelijkbare publiekrechtelijke lichamen in een andere EU-lidstaat of in een andere EER-staat; en
  2. de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede de gemeenten, waterschappen en daarmee vergelijkbare publiekrechtelijke lichamen in die landen of openbare lichamen (het Caribisch deel van het Koninkrijk).

Publiekrechtelijke lichamen die zijn gevestigd buiten de EU/EER en buiten het Caribisch deel van het Koninkrijk worden als gevolg van de aanpassing van artikel 5b, lid 2, AWR uitgezonderd van automatische toekenning van de anbi-status. Hun anbi-status vervalt per 1 januari 2021. Zij kunnen desgewenst wel een aanvraag voor een anbi-beschikking indienen indien zij het algemeen nut beogen en voldoen aan alle andere voorwaarden in de anbi-regelgeving.

Een Kamerdebat

Op 8 september jl. vond een debat in de Tweede Kamer plaats over het wetsvoorstel tussen een aantal Kamerleden en staatssecretaris Vijlbrief over onder andere de fiscale facilitering van giften in het algemeen en over de algemeennutstatus van bepaalde buitenlandse overheden in het bijzonder.

Renske Leijten: weg met de giftenaftrek!

Renske Leijten (SP) gaf aan dat de zich terugtrekkende overheid gaten heeft laten vallen die door plutocraten zijn opgevuld. Zij ziet geen morele reden waarom giften fiscaal bevoordeeld moeten worden. Volgens haar maakt dat de ongelijkheid alleen maar groter, omdat we weten dat degenen die kunnen geven over het algemeen ook degenen zijn die meer hebben. Zij kunnen dus meer aftrekken en betalen daardoor minder belasting, aldus Leijten. Dit stimuleert volgens haar dat het vermogen van de rijkste families in stand blijft en het maskeert het grote probleem van de inkomens- en vermogensongelijkheid in ons land. Leijten was totaal niet onder de indruk van het betoog van Sigrid Hemels in het FD waarin was uitgelegd dat de giftenaftrek voor eenmalige giften juist voor mensen met hoge inkomens fiscaal oninteressant is. De SP wil het liefste van de giftenaftrek af.

‘Want wie dient de giftenaftrek nou eigenlijk? Feitelijk bepalen mensen die geld geven wat belangrijk is, en is dat dus niet meer een taak van ons allemaal. Goede doelen moeten op deze manier een soort populariteitswedstrijdje doen wie de leukste is voor de grootste donateurs – dat is feitelijk wat Rutte I heeft gedaan met Zijlstra en de cultuurbezuinigingen – en maken daarmee mogelijk wat wij zien of niet zien. Dat is dus buiten de democratische besluitvorming gehaald.’

Symbolische happy ending van Helma Lodders en Pieter Omtzigt

Helma Lodders vond het te gek voor woorden dat de Noord-Koreaanse overheid, het leger in Soedan of staten die het algemeen nut niet bepaald voor ogen hebben, automatisch de anbi-status hadden. Ze constateerde tevreden dat een forse rem werd gezet op het fiscaal stimuleren van dictators. Ze was wel een beetje bezorgd of voor een serieuze procedure zou worden gezorgd als landen buiten de EU/EER na de wetswijziging de status van anbi aan zouden vragen. Staatssecretaris Vijlbrief kon haar geruststellen. Wie zich in strijd met het algemeen belang opstelt, krijgt van de Belastingdienst niet de anbi-status. Omtzigt was verbolgen over het feit dat de Nederlandse regering de regering van Noord-Korea of het leger van Soedan erkende als anbi, terwijl de gemiddelde voetbalclub in Nederland daar nooit voor in aanmerking komt. Hij gaf wel toe geen idee te hebben of belastingplichtigen massaal giften doen aan regimes als Noord-Korea en Soedan. De aanpassing van artikel 5b, lid 2, AWR is volgens hem symbolisch van aard.

Eritrea bashing

Vervolgens verlegde hij de focus van zijn betoog naar Eritrea, een jurisdictie die belasting heft van zijn onderdanen die zich in het buitenland bevinden. Over de problematiek van de Eritrese ‘diasporabelasting’ is al vaker gesproken in de Tweede Kamer. Omtzigt en andere Kamerleden vinden het raar dat een land belasting wil heffen over onderdanen die zich buiten zijn landsgrenzen bevinden. Kennelijk zijn zij niet op de hoogte van het feit dat Nederland dat soms ook doet. Bijvoorbeeld op grond van de woonplaatsfictie van artikel 3 SW 1956. Het wezenlijke probleem van de Eritrese heffing is mijns inziens niet de extraterritoriale toepassing ervan maar de bedreigingen en het geweld waarmee de invordering van de heffing kennelijk plaatsvindt. Ik neem trouwens aan dat de Eritrese overheid met grote interesse de berichtgeving rond de Toeslagenaffaire volgt en wellicht ook nog overweegt om de diasporabelasting aan te vullen met een brutale exitheffing.

Betaalde belasting is geen aftrekbare gift

Omtzigt wilde van staatssecretaris Vijlbrief weten of de Eritrese heffing in Nederland als een gift kon worden afgetrokken. Hetzelfde vroeg hij met betrekking tot de Amerikaanse belastingen die zogenoemde ‘accidental Americans’ moeten betalen. De staatssecretaris antwoordde met betrekking tot de Eritrese heffing: ‘als het vrijgevigheidsaspect ontbreekt, en dat is daarbij het geval, dan is het niet fiscaal aftrekbaar’. Op de ‘accidental Americans’ ging hij verder niet in. Het antwoord van de staatssecretaris is enigszins verwarrend. Doelt hij met het ontbreken van het vrijgevigheidsaspect op de bedreigingen en het geweld waarmee de invordering van de Eritrese heffing plaatsvindt en zwijgt hij daarom over de ‘accidental Americans’? De staatssecretaris had mijns inziens beter kunnen wijzen op de uitspraak van Hof Den Bosch van 9 januari 2020 die heeft geleid tot het arrest van de Hoge Raad van 17 juli 2020. In deze procedure ging het om de vraag of betaalde belastingen in aftrek kunnen komen als aftrekbare gift. De belanghebbende was van mening dat sprake was van verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel a, Wet IB 2001. Hof Den Bosch beantwoordde die vraag ontkennend. Volgens het Hof blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever met de woorden ‘verplichte bijdragen’ niet het oog heeft gehad op uit de wet voortvloeiende belastingschulden. Met die term is volgens het Hof veeleer gedoeld op bijdragen waarbij het voldoen aan een morele verplichting vooropstaat. Daarvan is bij het voldoen van belastingschulden geen sprake, aldus het Hof. Het beroep in cassatie door de belanghebbende werd door de Hoge Raad afgedaan onder verwijzing naar artikel 80a Wet RO. Dit is mijns inziens een belangwekkende procedure ondanks het feit dat het geschil door de Hoge Raad is afgedaan met toepassing van artikel 80a Wet RO. Uit deze procedure blijkt immers dat in de fiscale wereld wettelijke fiscale afdwingbare verplichtingen van een andere orde zijn dan morele verplichtingen.

Coalitiepartners nemen elkaars Europese geloofsgenoten onder vuur

Als het aan Omtzigt ligt, gaat de bezem ook door de automatische anbi-status van bepaalde EU-lidstaten. In eerste aanleg noemde hij Bulgarije en Malta als staten waarvan zijns inziens de anbi-status zou moeten worden ingetrokken. Op de vraag van Van Weyenberg (D66) waarom Omtzigt Hongarije, dat wordt geregeerd door ‘de Hongaarse partijvrienden van de heer Omtzigt’ niet noemde, antwoordde Omtzigt dat wat hem betreft ook de anbi-status van Hongarije kan komen te vervallen, net als die van Polen, hoewel Polen volgens Omtzigt geen corrupt land is. Hij gaf ook aan dat hij later in het debat nog in zou gaan ‘op alle liberale vrienden die in de Europese familie rondlopen’. Dat laatste is echter niet gebeurd. Opvallend is dat de staatssecretaris zich door Omtzigt heeft laten overtuigen.

Vijlbrief passeert ambtenaren

Vijlbrief gaf aan dat het volgens zijn ambtenaren onmogelijk is om aan EU-lidstaten de anbi-status te ontnemen, maar dat hij geen genoegen nam met dat antwoord. Het kan naar zijn mening zo zijn dat er een overheid binnen de EU is waaraan je als Nederlandse overheid geen anbi-status wilt toekennen. Hij deed de toezegging met een nadere analyse over deze materie te komen.

Commentaar

Alternatief voor symboolwetgeving

Ik vind het verbazingwekkend dat een wetswijziging is voorgesteld zonder dat duidelijk is of belastingplichtigen aftrekbare giften doen aan Noord-Korea, Soedan of Iran en over wat voor budgettair belang we het dan hebben. Dat het Noord-Koreaanse regime een verwerpelijk regime is, zal niemand willen betwisten, maar is dat op zich voldoende aanleiding om artikel 5b AWR aan te passen en om dan gelijk maar alle landen die niet tot de EU/EER of het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk behoren zonder een inhoudelijke toets automatisch uit te zonderen van de anbi-status? In de nieuwe opzet vallen bijvoorbeeld onze traditionele bondgenoten als de Verenigde Staten van Amerika, Canada en vanaf 1 januari aanstaande ook het Verenigd Koninkrijk van de anbi-lijst en worden zij net zo behandeld als het regime van Noord-Korea. Dat is toch wel aparte symboolpolitiek, vijfenzeventig jaar na de bevrijding. Zou het niet meer voor de hand hebben gelegen om aansluiting te zoeken bij een objectief criterium, bijvoorbeeld dat niet-EU/EER-landen waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten ter voorkoming van dubbele belasting de anbi-status kunnen behouden tenzij het betreffende land op een sanctielijst van de EU en/of de Verenigde Naties staat?

Het opgestoken vingertje van de bloembollenhandelaar

Het onderzoek naar de mogelijkheid om de anbi-status van EU-lidstaten in te trekken wanneer de regering van een lidstaat de Nederlandse overheid niet aanstaat, kan mijns inziens een negatieve uitwerking hebben op de positie van Nederland binnen de EU. Nederland wordt door sommige Europarlementariërs en lidstaten al gepercipieerd als een vrekkige, fiscale roofstaat, een ‘bloembollenkoninkrijk [dat] leeft van de duisternissen van de handel en de fiscaliteit’. Ik neem aan dat het in EU-lidstaten niet onopgemerkt zal zijn gebleven dat tijdens de algemene politieke beschouwingen op 16 september jl. door een Kamerlid in het parlement is opgemerkt dat Nederland geen rechtsstaat meer is, maar een intens corrupt land. ‘Wie ben jij dan om ons de maat te nemen’, zal ongetwijfeld de reactie van de EU-lidstaten zijn. Het zal binnen de EU waarschijnlijk ook bekend zijn dat het door Vijlbrief toegezegde onderzoek plaatsvindt op verzoek van een Kamerlid dat meedeed aan een verkiezing binnen zijn eigen partij die niet zonder incidenten verliep. Een Nederlandse soloactie om aandacht te vragen voor niet-rechtsstatelijke neigingen van bepaalde lidstaten lijkt mij niet de aangewezen route.

Overstappen naar Sloterdijk

Het is jammer dat het punt dat door Leijten werd aangekaart, over nut en noodzaak van de giftenaftrek en het probleem van de zich terugtrekkende overheid, door haar niet wat fundamenteler is ingestoken. Haar tirade noopte nu niet tot een reactie van de staatssecretaris. Fresco betoogde onlangs dat Nederland er goed aan zou doen om empathie en generositeit te koesteren. Empathie en generositeit zijn de fundamenten van het fiscale gedachtenexperiment van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk waarover ik al vaker schreef. Sloterdijk pleit ervoor om belastingplichtigen de mogelijkheid te bieden om van een bepaald percentage van hun belastingafdracht aan te geven waar de overheid hun belastinggeld aan moet besteden. Ik had liever gezien dat Vijlbrief een studie naar de haalbaarheid van zo’n experiment zou doen dan naar de vraag of EU-lidstaten de anbi-status kan worden ontnomen. Mijns inziens is er sowieso een relatief simpele methode om de door Sloterdijk en Fresco bepleite herleving van empathie en generositeit in de onderlinge relatie tussen overheid en belastingplichtigen te kunnen realiseren en om tegelijkertijd het door Leijten beschreven beeld van de zich terugtrekkende overheid om te buigen. Daarbij hoeft het bestaande fiscale systeem niet eens op de schop te worden genomen en kan gebruik worden gemaakt van het feit dat de Nederlandse overheid de anbi-status heeft. In aanvulling op het nieuwe Investeringsfonds van ministers Hoekstra en Wiebes, zou de overheid een fonds op kunnen richten dat wordt gevoed met aftrekbare giften van belastingplichtigen aan de overheid. Het nieuwe ‘Peter Sloterdijkfonds’ zal zich bijvoorbeeld kunnen richten op zaken als volksgezondheid, zorg, onderwijs, volkshuisvesting, milieu en cultuur. Deze lijst kan worden aangevuld met andere speerpunten tot nut van het algemeen die door het parlement worden aangewezen. Voor de betreffende speerpunten worden door het fonds subfondsen gevormd. Belastingplichtigen kunnen aangeven voor welk subfonds hun giften zijn bedoeld. Door het fonds wordt jaarlijks verantwoording afgelegd aan het parlement. Zou dat niet een aardige bouwsteen met grote symbolische waarde zijn voor vernieuwend en empathisch fiscaal beleid op het terrein van giften?

Greetings from Pyongyang?

Ten slotte nog het volgende. Van Weyenberg had tijdens het debat de in zijn beleving filosofische vraag gesteld wat ‘algemeen nut’ nu eigenlijk is. Deze vraag is niet beantwoord door staatssecretaris Vijlbrief. Een omschrijving van de karakteristieken waaraan men ‘algemeen nut’ kan herkennen, is te vinden in het werk van Dostojevski. In de vertelling ‘Polzoenkow’ doet één van de hoofdpersonen de volgende uitspraak:

‘Voor het heil van het algemeen kijk ik niet op geld, dan spaar ik mijn leven zelfs niet!’

Aan de hand van deze omschrijving kwalificeert een instelling als instelling van algemeen nut als men bereid is zijn geld of zijn leven te geven ten behoeve van die instelling. In de beleving van Kim Jong-un zal er geen enkele twijfel over bestaan dat volgens de onderdanen van Noord-Korea hun land als een algemeen nut beogende instelling moet worden aangemerkt. Dat verandert niet door het nieuwe artikel 5b, lid 2, AWR. Zal er met Kerst 2020 een gift vanuit Pyongyang naar Den Haag worden gestuurd? You don’t know. You never know.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Auteur(s)
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF Opinie 2020/31
Judoreg
NFB3749
Publicatiedatum
15 oktober 2020

Naar de bovenkant van de pagina