Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) woont sinds 1992 in België. Hij is dga van Y (bv), gevestigd te Nederland. X heeft een ouderdomspensioen opgebouwd in eigen beheer bij Y. Hij heeft in 2016 geen pensioenuitkeringen ontvangen. In België is tot en met 2016 geen belasting geheven over het pensioen.

Op 19 juni 2016 heeft X de 70-jarige leeftijd bereikt. Deze leeftijd is vijf jaar hoger dan de voor X geldende AOW-leeftijd. Volgens de Inspecteur is het pensioen op dat moment niet langer als een zuivere pensioenregeling aan te merken. Hij heeft de pensioenaanspraak daarom in 2016 (voor een waarde van € 5.827.711) in de heffing betrokken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de Inspecteur de pensioenaanspraak terecht en niet naar een te hoge waarde in de heffing heeft betrokken.

X heeft hoger beroep ingesteld.

Niet in geschil is dat X het pensioen niet heeft prijsgegeven. Hof Den Bosch acht het enkele stilzitten van X onvoldoende om aan te nemen dat de pensioenregeling niet is ingegaan. Het Hof acht aannemelijk dat X niet de bedoeling had om het pensioen uit te stellen, maar het pensioen wilde laten ingaan op datum xx in 2016. Het Hof acht tevens aannemelijk dat beslag op de aanspraak de reden was voor het stilzitten van X. Het oordeelt dat de pensioenregeling tijdig is ingegaan en dat de uitkeringen in 2016 vorderbaar waren. Dit heeft tot gevolg dat de Inspecteur ten onrechte de gehele aanspraak in aanmerking heeft genomen als loon uit vroegere dienstbetrekking.

Omdat niet aannemelijk is geworden dat de pensioenuitkeringen in 2016 oninbaar waren, moeten deze in de heffing worden betrokken.

Voorts is Nederland op grond van het Verdrag Nederland-België heffingsbevoegd ten aanzien van de pensioenuitkeringen.

Niet in geschil is dat de hoogte van de pensioenuitkering € 175.547 per jaar bedraagt. Uitgaande van de ingangsdatum van datum xx in 2016 van het pensioen moet een bedrag van € 94.008 in aanmerking genomen worden als belastbaar inkomen uit werk en woning.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
20 december 2022
Rolnummer
22/00011
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:4692
Auteur(s)
mr. C.A.H. Luijken
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/0255
Aflevering
2 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5571
bwbr0002471&artikel=10,bwbr0002471&artikel=10,bwbv0001563&artikel=18,bwbv0001563&artikel=18

Naar de bovenkant van de pagina