Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De exploitant van een Haags sekshuis (verder: de BV) die over een prostitutievergunning beschikt, stelt kamers en vitrines beschikbaar aan raamprostituees. Hij besteedt het in de vergunning geëiste toezicht, alsmede het schoonhouden van de kamers en de verzorging van het linnengoed uit aan een beheerder, die door de prostituees wordt betaald.
Rechtbank Den Haag onderscheidt twee prestaties van de exploitant, te weten het verhuren voor korte tijd van kamers en het gelegenheid bieden tot het op legale wijze beoefenen van het beroep van prostituee. Die twee prestaties vormen één niet te splitsen dienst die naar het normale tarief met OB belast is.
Er is geen sprake van een van btw vrijgestelde verhuur van onroerende zaken, aldus de Rechtbank.
Tegen dit oordeel is de BV tevergeefs in hoger beroep gegaan bij Hof Den Haag.
De BV heeft tegen de uitspraak van het Hof cassatieberoep ingesteld, gedeeltelijk met succes. De zaak wordt namelijk verwezen.
In het onderhavige geval heeft het Hof geoordeeld dat de prestaties van de BV uit meer bestaan dan enkel de terbeschikkingstelling van kamers en dat de omstandigheid dat de BV bij de bedrijfsuitoefening de diensten inroept van een beheerder dit niet anders maakt, reeds omdat de BV de beheerder heeft ingeschakeld. De Hoge Raad vindt deze reden onvoldoende voor het oordeel dat de BV jegens de prostituees meer diensten verricht dan de passieve activiteit van terbeschikkingstelling van onroerende zaken.
Voor het geding na verwijzing is van belang dat alleen indien de beheerder de aanvullende werkzaamheden, waaronder de werkzaamheden die het gevolg zijn van de verplichtingen die verbonden zijn aan de exploitatievergunning, uitsluitend op grond van een met de prostituee gesloten overeenkomst op eigen naam en voor eigen rekening verricht, deze werkzaamheden niet tot de door de BV jegens de prostituees verrichte dienstverlening kunnen worden gerekend.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
6 december 2013
Rolnummer
13/01408
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:1440
bwbid=bwbr0&artikel=11

Naar de bovenkant van de pagina