Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

QM is een in Luxemburg gevestigde vennootschap die beleggingsfondsen beheert. Zij heeft bedrijfswagens ter beschikking gesteld van onder meer twee in Duitsland wonende werknemers. Deze werknemers konden de voertuigen zowel voor beroepsdoeleinden als voor privédoeleinden gebruiken. Aan een van deze werknemers is het voertuig om niet ter beschikking gesteld, terwijl aan de ander kosten in rekening zijn gebracht, die van zijn loon werden afgetrokken.

In november 2014 heeft QM zich als btw-plichtige ingeschreven in Duitsland. QM betoogt dat de terbeschikkingstelling van de voertuigen niet aan belasting onderhevig is. In het kader van een procedure hierover heeft het Finanzgericht des Saarlandes (belastingrechter in eerste aanleg Saarland, Duitsland) aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Volgens A-G Szpunar lijkt het erop dat de vraag alleen betrekking heeft op de situatie waarbij de auto om niet ter beschikking is gesteld. Hij meent echter dat beide gevallen moeten worden onderzocht.

De A-G acht geen sprake van een onder bezwarende titel verrichte dienst wanneer een belastingplichtige een tot zijn bedrijf behorend voertuig ter beschikking van een werknemer stelt voor de privédoeleinden van deze werknemer en deze werknemer geen vergoeding betaalt, geen afstand doet van een deel van zijn loon of van andere voordelen die hem door de belastingplichtige verschuldigd zijn en uit hoofde van de terbeschikkingstelling van dat voertuig evenmin aanvullende arbeid verricht.

Indien de verwijzende rechter vaststelt dat de terbeschikkingstelling door een belastingplichtige van een tot zijn bedrijf behorend voertuig voor de privédoeleinden van een van zijn werknemers voor een periode van meer dan dertig dagen wordt verricht onder bezwarende titel in de zin van artikel 2, lid 1, onderdeel c, Btw-richtlijn en van de rechtspraak van het HvJ over deze bepaling, moet artikel 56, lid 2, Btw-richtlijn aldus worden uitgelegd dat een dergelijke terbeschikkingstelling onder het begrip ‘andere dan kortdurende verhuur van een vervoermiddel’ valt.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013-2014
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
17 september 2020
Rolnummer
C‑288/19
ECLI
ECLI:EU:C:2020:736
Auteur(s)
prof. dr. S.B. Cornielje
PwC/ Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2020/2123
Aflevering
8 oktober 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3722
celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=56,celex32006l0112&artikel=56

Naar de bovenkant van de pagina