Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 4 januari 1990 alle aandelen in een in Nederland gevestigde bv (hierna: de deelneming) gekocht. Ter zake van deze aankoop heeft X een bemiddelingsvergoeding van ƒ 270.000 betaald aan een bank.
Voor Hof Arnhem was in geschil of deze kosten dienen te worden gerekend tot de aanschaffingskosten van de deelneming. Het Hof heeft deze vraag bevestigend beantwoord.
Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar dat wordt door de Hoge Raad verworpen.
Indien een belastingplichtige een deelneming verwerft, behoren de op de verwerving drukkende kosten – zoals de onderhavige bemiddelingskosten – tot de kostprijs van die deelneming.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1990
Instantie
HR
Datum instantie
8 juli 1996
Rolnummer
31.496
ECLI
ECLI:NL:HR:1996:AA2031
bwbr0002672&artikel=13

Naar de bovenkant van de pagina