Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van projectontwikkeling.

Eigenaar A (bv) heeft grond in delen aan particulieren verkocht om er huizen op te laten bouwen door een aannemer. Deze levering van de grond aan particulieren was steeds vrijgesteld van omzetbelasting, omdat geen sprake was van een bouwterrein wegens nog aanwezige bebouwing. Voorafgaand aan de levering heeft X ontwikkelwerkzaamheden verricht en met omzetbelasting gefactureerd aan A. X heeft de omzetbelasting niet voldaan aan de Belastingdienst. De Inspecteur heeft naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd over de tijdvakken 2018 en 2019.

X heeft beroep ingesteld maar Rechtbank Gelderland verklaart dat ongegrond.

X heeft een belaste dienst onder bezwarende titel verricht aan A, omdat zij gezien de facturen (niet vrijgestelde) werkzaamheden als ondernemer heeft verricht tegen vergoeding.

Het standpunt van X komt erop neer dat de werkzaamheden niet onder bezwarende titel zijn verricht, omdat sprake is van partage dan wel van een winstdelingsovereenkomst. Zij heeft evenwel niet aannemelijk gemaakt dat zij met A vóór het uitvoeren van de werkzaamheden een (mondelinge) overeenkomst heeft gesloten die ertoe leidt dat slechts sprake is van winstdeling, dan wel dat de verkoop en levering van de gronden een onderdeel vormt zowel van het bedrijf van A als van het bedrijf van X. Ook achteraf opgemaakte schriftelijke stukken maken niet dat kan worden aangenomen dat sprake is geweest van partage. De naheffing is terecht.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
2 februari 2023
Rolnummer
22/2080; 22/2081
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:806
NLF-nummer
NLF 2023/0568
Aflevering
16 maart 2023

Naar de bovenkant van de pagina