Direct naar content gaan

Samenvatting

Een aantal tot een concern behorende werkgevers hebben in 1989 naar aanleiding van de zgn. Oortwetgeving besloten hun werknemers de keuze te bieden ofwel het bestaande arbeidsvoorwaarden pakket te blijven behouden ofwel het bruto salaris te laten verlagen en daarnaast een onbelaste reisvergoeding te ontvangen. De werkgevers hebben de werknemers door middel van een ondertekend vragenformulier schriftelijk hun keuze laten vastleggen. De werkgevers hebben bij werknemers die hebben gekozen voor een lager bruto loon in ruil voor een onbelaste reisvergoeding het bruto maandsalaris verlaagd, maar voor de berekening van het vakantiegeld, loonsverhogingen en gratificaties het oude niet verlaagde loon als basis genomen. Bovendien is in het kader van de Ziektewet ook het oude bruto loon opgegeven. Het Lisv is van oordeel dat het bruto loon niet daadwerkelijk is verlaagd.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) komt tot het oordeel dat voldoende bewijs is geleverd dat het bruto loon is verlaagd en dat het berekenen van de overige emolumenten op basis van het niet verlaagde bruto loon berust op een vergissing. Voor dit bewijs is van belang geweest de schriftelijke keuze van de werknemers en de verklaring van de voorzitter van de OR dat de werknemers uitdrukkelijk hebben ingestemd met de salarisverlaging.
(Noot redactie: deze uitspraak is gedaan op 7 oktober 1999, maar is pas gepubliceerd op 25 mei 2005)

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1989-1993
Instantie
CRvB
Datum instantie
7 oktober 1999
Rolnummer
98/1350ALGEM
ECLI
ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8579
bwbr0002471&artikel=10&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina