Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Met een op 29 november 2000 opgerichte BV is het nooit wat geworden en op 18 september 2002 is zij failliet verklaard. Haar vermogen was toen fors negatief. Tot haar schulden behoorden niet betaalde belastingverplichtingen. Op 18 februari 2002 was om uitstel van betaling verzocht, wat het Hof als de eerste melding van betalingsonmacht aanmerkt. Op 17 mei 2002 had de directeur enig aandeelhouder de aandelen voor 1 euro verkocht, maar hij was in elk geval nog wel actief gebleven met het pogen openstaande vorderingen binnen te krijgen. Dat laatste brengt het Hof tot de conclusie dat de directeur enig aandeelhouder ook na de verkoop van de aandelen en zijn formeel terugtreden als directeur toch feitelijk de bestuurder van de BV was gebleven. Hij kan daarom als bestuurder aansprakelijk worden gesteld tot de datum van het faillissement.
De aansprakelijkstelling beperkt zich niet tot het moment van de melding van de betalingsonmacht omdat het Hof het bestuur van de directeur als onbehoorlijk aanmerkt. Ook het overig verweer kan hem niet baten.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001-2002
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
17 mei 2006
Rolnummer
03/02826
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2006:AY8369

Naar de bovenkant van de pagina