Direct naar content gaan

Samenvatting

Ryanair (Ltd.) is een private luchtvaartmaatschappij met hoofdzetel in Ierland. Op 23 oktober 2006 bracht Ryanair een formeel overnamebod uit op alle aandelen van Aer Lingus. De overname is om mededingingsrechtelijke redenen mislukt. Dit neemt niet weg dat Ryanair al omvangrijke kosten had gemaakt voor advies- en andere dienstverleningen in samenhang met de geplande overname. Derhalve vorderde Ryanair de aftrek van de eerder daarover betaalde btw, hetgeen door de Ierse belastingdienst werd geweigerd.

De verwijzende rechter heeft in het kader van een geschil hierover aan het Hof van Justitie (HvJ) prejudiciële vragen gesteld. Het geschil vloeit voort uit de omstandigheid dat de enkele aankoop en het bezit van aandelen volgens de rechtspraak niet te beschouwen is als economische activiteit in de zin van de Btw-richtlijn. In het onderhavige geval gaat het echter niet om een klassieke holdingmaatschappij maar om een operationele (en bijgevolg belastingplichtige) onderneming die een strategische overname van een concurrent wilde uitvoeren.

Volgens A-G Kokott vormt de verwerving van alle aandelen van een vennootschap met het oog op een rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke uitbreiding van de belastbare activiteit van de verkrijgende vennootschap in omstandigheden zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn (bijvoorbeeld in het kader van een strategische overname) een economische activiteit. Kosten die de verkrijgende vennootschap met het oog op een dergelijke strategische overname heeft gemaakt, staan in rechtstreeks en onmiddellijk verband met haar belastbare activiteit. Gelet hierop is de over die uitgaven betaalde btw aftrekbaar op grond van die activiteit, aldus de A-G.

Riemen vast

De praktijk kijkt al enige tijd met spanning uit naar de onderhavige zaak. Vliegmaatschappij Ryanair wilde zijn activiteiten uitbreiden door alle aandelen in branchegenoot Aer Lingus over te nemen. In dat verband had Ryanair het voornemen om na die overname managementdiensten tegen vergoeding te gaan verrichten aan Aer Lingus. Als gevolg van die voorgenomen dienstverlening aan Aer Lingus zou in de ogen van Ryanair een recht op aftrek moeten bestaan voor de btw die drukt op de door haar ten behoeve van de beoogde overname gemaakte advieskosten, ondanks het uiteindelijke mislukken van de overname. Het houden van aandelen geschiedt immers als belastingplichtige voor de btw indien de houdster zich tegen vergoeding mengt in het beheer van de deelneming. In wezen is daarmee de vraag die aan het HvJ is voorlegd of de Inzo-leer (aftrek voor voorgenomen maar nooit ontplooide belaste handelingen) zich uitstrekt tot het voorgenomen maar nooit uitgevoerde inmengen tegen vergoeding door een houdstermaatschappij. 

Andere aanvliegroute

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2006
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
3 mei 2018
Rolnummer
C‑249/17
ECLI
ECLI:EU:C:2018:301
Auteur(s)
prof. dr. S.B. Cornielje
PwC/Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2018/1098
Aflevering
24 mei 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1520
bwbr0002629&artikel=7&lid=2,bwbr-btw-ri&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina