Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

NLFiscaal interviewt Tweede Kamerleden die het fiscaal voor het zeggen hebben. In dit interview gaat Arthie Schimmel in gesprek met Tom van der Lee (GroenLinks, 8 zetels). Tom van der Lee is sinds 2017 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal namens GroenLinks. Hij studeerde Politicologie met als hoofdrichting Internationale betrekkingen. Hij kwam in 1989 als dienstweigeraar terecht bij de fractie van GroenLinks en werd later politiek coördinator en voorlichter van de fractie. Daarna werkte hij bij Oxfam Novib.

Opinie

U bent sinds 2017 Kamerlid voor GroenLinks. Sinds 2021 hebt u de portefeuille Fiscale zaken. Was het uw ambitie om de fiscale portefeuille te krijgen?

In het begin wel, want in de beginjaren 90 was ik als dienstweigeraar beleidsmedewerker Financiën bij GroenLinks. Daarna hield ik mij bij Oxfam Novib als directeur campagnes bezig met de aanpak van belastingontwijking en maatschappelijk ondernemen. Toen ik in 2017 in de Tweede Kamer gekozen werd, deed ik even belastingontwijking en werd ik vicevoorzitter van de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies. Maar omdat Bart Snels de financiële portefeuille al had, werd ik woordvoerder Klimaat en Energie. Een mooie portefeuille omdat alle belanghebbenden door de energietransitie zich opnieuw moeten uitvinden. Na de verkiezingen in 2021 werd ik voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Nadat de financieel en fiscaal woordvoerder in 2021 zijn Kamerlidmaatschap opgaf, kwam Suzanna Kröger weer in de fractie. Met haar Greenpeace achtergrond kreeg zij de portefeuille Klimaat en Energie. Ik werd toen woordvoerder Financiën en fiscale zaken. Een beetje met pijn in mijn hart omdat ik graag met Klimaat en Energie was doorgegaan. Als woordvoerder Financiën zet ik me ook in voor verduurzaming van de financiële sector. Dat deed ik bij Oxfam Novib ook in het kader van het project Eerlijke Geldwijzer (AS: de Eerlijke Bankwijzer vergelijkt de acht belangrijkste aanbieders van particuliere betaal- en spaarrekeningen op de Nederlandse markt op een aantal duurzaamheidsthema’s, zoals klimaat, mensenrechten en dierenwelzijn). Zo was ik ook bij Oxfam Novib al betrokken bij het sluiten van het bankconvenant over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2016). In Nederland ligt er nu een initiatiefvoorstel van mij, CU, SP, PvdA, D66 en Volt om dit wettelijk vast te leggen. Jammer genoeg wordt dit op Europees niveau naar het schijnt niet verplicht gesteld. Overigens biedt ook de fiscale portefeuille mogelijkheden om de klimaat- en energietransitie te bevorderen.

In het verkiezingsprogramma van GroenLinks staat een exitheffing in de dividendbelasting voor multinationals bij vertrek uit Nederland. GroenLinks heeft daarvoor een initiatiefwetsvoorstel gemaakt dat inmiddels op uw naam staat. Hoe staat het inmiddels met dit initiatiefwetsvoorstel?

In dat initiatiefvoorstel steek ik op het ogenblik geen energie meer. Er liggen nu vier nota’s van wijziging en bovendien is het een behoorlijk technische materie met veel haken en ogen.

Vindt u dat onder een goed vestigingsklimaat ook fiscale faciliteiten horen?

Van een goed vestigingsklimaat kunnen fiscale faciliteiten een onderdeel vormen, maar niet als race to the bottom. Aan fiscale concurrentie heeft Nederland lang meegedaan. Maar door externe onderzoeken van ngo’s en onderzoeksjournalistiek en het BEPS-project is het besef ook in Nederland ontstaan dat fiscale concurrentie niet de weg is. De huidige staatssecretaris heeft in zijn verleden als voorzitter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs niet altijd toegegeven dat Nederland een belastingparadijs was. Maar in zijn huidige rol zet hij zich in voor veranderingen. Bovendien weet hij natuurlijk waarover hij het heeft. Wat betreft het vestigingsklimaat blijkt uit het laatste onderzoek van de Europese Commissie (AS: EU Regional Competitiveness Index 2023) dat van de acht best presterende regio’s er zich vier regio’s in Nederland bevinden. Het gaat daarbij om een combinatie van factoren als opleiding beroepsbevolking, logistiek, goede voorzieningen, woonomgeving en goede fysieke en digitale infrastructuur.

In december 2022 hebt u samen met Henk Nijboer van de PvdA een initiatiefnota ‘Over de aanpak van Nederland als belastingparadijs’ gepubliceerd. Staatssecretaris van Rij heeft inmiddels via een brief uitgebreid op de initiatiefnota gereageerd. Wat was de aanleiding om met deze initiatiefnota te komen?

Naar de mening van Henk Nijboer (PvdA) en mij heerst er in ons land het idee dat Nederland er al alles aan gedaan heeft om geen belastingparadijs meer te zijn. Daar zijn we het niet mee eens. Er zijn nog steeds meer dan 12.000 brievenbusfirma’s. Ook stond Nederland in 2021 nog in de top vijf van wereldwijde belastingparadijzen. Daarom hebben we in onze initiatiefnota voorstellen gedaan om verdere stappen te nemen, zowel in de vennootschapsbelasting maar ook voor box 2. We hebben van het kabinet een uitgebreide reactie op onze nota gekregen. Er staat een overzicht welke stappen er al sinds 2016 genomen zijn en welke er nog in de maak zijn. Wat dat laatste betreft, blijkt dat het kabinet vooral afwacht wat er uit een aantal evaluatieonderzoeken en uit Europa komt.

In uw nota ondersteunt u de internationale inspanningen voor een minimumtarief in de vennootschapsbelasting. Zucman pleit voor een hoger tarief dan 15%, want gewone mensen betalen 30 tot 40% belasting. Welk tarief hebt u in gedachten?

Ik vind dat Zucman (AS: auteur Hidden Wealth of Nations - The Scourge of Tax Havens, 2015) gelijk heeft. Maar de belangrijkste stap die nu genomen kan worden is dat er mondiaal een effectief minimumtarief van 15% komt. Er zijn nog genoeg jurisdicties waar geen effectief tarief van 15% bestaat. En nog veel ontwikkelingslanden lopen miljarden aan inkomsten mis. Daar is nog een belangrijke slag te maken. Een effectief minimumtarief van 15% valt dus te verdedigen. Later zou dit tarief misschien opgehoogd kunnen worden. Het is overigens niet uitgesloten dat op Europees of nationaal niveau een hoger tarief tot stand komt. GroenLinks kan het percentage van Zucman – 30% – onderschrijven. Dan zouden de lasten op arbeid ook verlaagd kunnen worden.

Het kabinet moet volgens u ook vol inzetten op een digitaks, ook als de VS niet akkoord gaan. Dan moet Europa dat maar alleen doen. Drie Europese lidstaten hebben al een digitaks, die op de waakvlam staat vanwege verzet in de VS. Stel dat het ook niet in de Europese Unie gaat lukken met die digitaks, bent u er dan voor om met een Nederlandse belasting te komen op digitale diensten?

Natuurlijk zou een mondiale belasting het beste zijn, maar de VS zullen niet snel meewerken vanwege hun big tech. De next best oplossing is op Europees niveau. Bovendien zou een digitaks ook de EU van eigen inkomsten kunnen voorzien. Omdat door de achtereenvolgende crises de EU een steeds grotere rol met eigen beleidstaken en bevoegdheden krijgt, past daarbij ook een eigen budget. Het is nog niet duidelijk hoe de vooruitgang op Europees niveau met de digitaks is, hoe de belasting eruit gaat zien en hoe hoog het tarief zal zijn. Mocht er geen voortgang worden geboekt dan komt ook een Nederlandse digitaks in beeld. De afweging is hoe effectief zo’n belasting op nationaal niveau is en hoeveel draagvlak er is. Natuurlijk zou een initiatiefvoorstel druk op het dossier kunnen zetten. Ook kan zo’n voorstel de Nederlandse onderhandelingspositie in Europa verbeteren.

In de kabinetsreactie op uw initiatiefnota somt staatssecretaris Van Rij de maatregelen op die sinds 2016 genomen zijn om Nederland van zijn imago van belastingparadijs af te helpen. Hij noemt ook nog een aantal maatregelen die in de pijplijn zitten. Wat betreft de trustsector ligt er een kabinetswetsvoorstel om te voorkomen dat trustsectoren diensten verlenen aan risicovolle klanten. U wilt de hele trustsector verbieden. Waarom?

Uit de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies bleek dat trustkantoren alleen op papier aan de wettelijke eisen voldeden. Uit het rapport van de SEO (AS: De toekomst van de trustsector, 2022) bleek bovendien dat trustkantoren nauwelijks economische betekenis hebben. Wij vinden een verbod daarom op zijn plaats. Een verbod is ook eenvoudiger dan een hele toezichts- en handhavingsstructuur in het leven houden. Ook het argument dat als Nederland de trustsector verbiedt, de sector zich zal verplaatsen naar andere landen of de illegaliteit, overtuigt ons niet. Je moet zo’n sector niet willen.

In uw initiatiefnota richt u zich vooral op doorstroomvennootschappen. Waarom? En denkt u niet dat de Unshellrichtlijn veel problemen gaat oplossen?

Nederland is nog steeds een doorstroomparadijs. Nederland trekt ogenschijnlijk op papier meer investeringen aan dan China en Duitsland samen, dat is gek. En ook gek is dat in Nederland jaarlijks 5× de omvang van onze economie stroomt. Daarmee is € 22 miljard aan niet geïnde belastingen gemoeid. Bovendien is de directe werkgelegenheid van doorstroomvennootschappen beperkt. Wij stellen in onze nota een open norm voor de vermogenseis bij doorstromers voor, zoals ook genoemd door de Commissie Doorstroomvennootschappen. Wat de Unshellrichtlijn betreft, moeten we afwachten wat er uit dit traject komt. Het zal zeker een stap vooruit zijn, maar we weten niet welke compromissen er nog zullen komen. Bovendien zijn er volgend jaar Europese verkiezingen en we moeten afwachten hoe die het proces beïnvloeden.

Een andere maatregel die u voorstelt, is openbaarmaking van rulings, waarbij persoonlijke data en concurrentiegevoelige info niet openbaar wordt. In Zweden doet de belastingdienst dit overigens al. In Nederland werkt volgens een onafhankelijke onderzoekscommissie een systeem van geanonimiseerde samenvattingen van rulings met internationaal karakter goed. Waarom wilt u dan toch openbaarmaking van rulings?

Wij willen maximale transparantie over hoeveel de grote wereldomspannende ondernemingen effectief afdragen aan belasting. Daarbij vinden we transparantie belangrijker dan privacy, omdat de maatschappelijke belangen groot zijn. Met de Nederlandse praktijk kun je als politicus weinig. Datzelfde geldt voor de UBO. Teleurstellend was daarom de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de openbaarheid van het UBO-register (AS: de verplichting voor lidstaten om het UBO-register voor het brede publiek toegankelijk te maken, vervalt). Ik vraag me af waarom alles zo geheimzinnig moet. Vooral onderzoeksjournalisten hebben veel baat bij transparantie.

Uw initiatiefnota is inmiddels in de Tweede Kamer behandeld. Hoe was de behandeling?

In het parlement was er geen intrinsieke motivatie om verdere stappen te zetten. Dat is niet verwonderlijk gezien de centrumrechtse signatuur. En de coalitiepartijen zijn natuurlijk gebonden aan het coalitieakkoord. Toch waren Nijboer en ik tevreden over de uitgebreide reactie van staatssecretaris Van Rij op onze nota. Bovendien gaf die kabinetsreactie een goed overzicht over de stappen die het kabinet nog wil nemen. Wellicht komt er nog wat beweging in dit dossier als er financiële problemen met de belastinginkomsten zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot box 3.

U stelt een beroepseed voor belastingadviseurs, een register en passende consequenties voor. Het gaat er daarbij niet alleen om wat er expliciet is toegestaan of verboden in juridische zin, maar ook om de morele wenselijkheid van zijn/haar advies. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft een code of conduct en tuchtrechtspraak. Dat geldt ook voor het Register van Belastingadviseurs. Beide codes spreken ook over morele wenselijkheid in termen van ‘eer en waardigheid van het beroep’ die mede worden bepaald door maatschappelijke opvattingen. Ontstaat door uw voorstel geen dubbeling van beroepseden?

Dat zou kunnen. Voor mij is het een afweging tussen zelfregulering en normering door de overheid, met toezicht en handhavingsinstrumenten. En tussen privacy en maatschappelijk belang. Wat mij betreft, zijn de maatschappelijke belangen groot. Bovendien is aan normering door de overheid iedereen gebonden. Het is een stap waarbij je van de beroepsgroep vraagt na te denken over het handelen. Het is een relatief kleine, specialistische wereld waarbij dubbele petten (universiteit en adviespraktijk) niet ongewoon zijn. Ik vind het belangrijk dat er checks and balances zijn en er tegenmacht gecreëerd wordt.

Initiatiefvoorstellen Van der Lee
  • Wetsvoorstel ‘Verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen’ (samen met CU, D66, PvdA, SP), 11 maart 2021, Kamerstukken II, 35 761, 1 e.v.
  • Wetsvoorstel voor het doen vervallen van enkele fiscale maatregelen en het vervangen van het box 2-tarief door een progressief tarief (samen met Maatoug en PvdA), 7 juni 2022, Kamerstukken II, 36 128, 1 e.v.
  • Initiatiefnota over de aanpak van Nederland als belastingparadijs (samen met PvdA), 14 december 2022, Kamerstukken II, 36 273, 1 e.v.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
mr. A. Schimmel
Zelfstandig fiscaal journalist
NLF-nummer
NLF Opinie 2023/10
Judoreg
NFB5820
Publicatiedatum
15 juni 2023

Naar de bovenkant van de pagina