Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een BV heeft onder andere aan twee Belgische bedrijven goederen geleverd en deze leveringen aangemerkt als intracommunautaire leveringen (nultarief). De afnemers hebben echter geen intracommunautaire verwerving in België aangegeven. In november 1997 is er brand geweest in het bedrijfspand van de BV. Daarbij is de hele administratie teniet gegaan. De inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat het nultarief toepassing mist, omdat de BV met betrekking tot de leveringen niet heeft aangetoond dat de goederen naar België zijn vervoerd. Het Hof oordeelde echter dat er wel sprake was van intracommunautaire leveringen en paste het nultarief alsnog toe. Tegen dit oordeel heeft de minister van Financiën cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de aanspraak op toepassing van het nultarief slechts geldt indien de toepasselijkheid van dat tarief uit boeken en bescheiden blijkt (artikel 12 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting). Het in dit kader te leveren bewijs hoeft niet aan speciale eisen te voldoen. De betrokken belastingplichtige dient boeken en bescheiden over te leggen die uitwijzen dat zij betrekking hebben op de goederen waarvoor aanspraak wordt gemaakt op toepassing van het nultarief en die bovendien uitwijzen dat die goederen daadwerkelijk in het kader van de leveringen naar een andere lidstaat zijn vervoerd. Indien die boeken en bescheiden gegevens bevatten die naar hun aard geschikt zijn om het vervoer van de goederen aan te tonen, en de documenten zelf geen gebreken vertonen, moet worden aangenomen dat het te verlangen bewijs is geleverd (Hoge Raad 16 mei 2008, nr. 40036, BNB 2008/199). Indien het Hof ervan is uitgegaan dat ook zonder dat de BV aannemelijk heeft gemaakt vóór de brand te hebben beschikt over boeken en bescheiden, het bewijs reeds is geleverd dat de goederen naar België zijn vervoerd, berust dit oordeel op een onjuiste rechtsopvatting. Indien het Hof ervan is uitgegaan dat boeken of bescheiden voorhanden zijn die bewijzen dat de goederen daadwerkelijk naar België zijn vervoerd, is dat oordeel onvoldoende gemotiveerd, aldus de Hoge Raad. De zaak is verwezen. Conform A-G van Hilten.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1996 - 1997
Instantie
HR
Datum instantie
5 juni 2009
Rolnummer
43.853
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BD3571
ECLI:NL:PHR:2009:BD3571

Naar de bovenkant van de pagina