Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

09/00907 Samenvatting van www.rechtspraak.nl: Conclusie PG:
Navordering; nieuw feit; landelijke toepassing meerderheidsregel.

Belanghebbende was lid van het Europees Parlement. Zij nam in die jaren deel aan de regeling voor het aanvullend (vrijwillig) pensioen waaraan het Europees Parlement voor 2/3 deel bijdroeg. De bijdragen heeft belanghebbende niet als inkomen aangegeven. Ter zake daarvan zijn aan belanghebbende navorderingsaanslagen opgelegd voor de onderhavige jaren. Binnen de eenheid van de Belastingdienst waartoe belanghebbende ten tijde van het opleggen van de navorderingsaanslagen behoorde, ressorteerde één andere europarlementariër, die evenwel niet deelnam aan de pensioenregeling. Landelijk zijn er vijftien vergelijkbare gevallen, waarvan in vijf gevallen eveneens navorderingsaanslagen zijn opgelegd.

In geschil is of sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel.

Hof Amsterdam oordeelt (na verwijzing) dat met betrekking tot de fiscale behandeling van de bijdragen van het Europees Parlement geen sprake is van (gecoördineerd) beleid. Het Hof verwerpt de landelijke toepassing van de meerderheidsregel omdat daar slechts voor in aanmerking worden genomen de gevallen ten aanzien waarvan het hoofd van de betrokken eenheid van de Belastingdienst bevoegd is. Binnen die eenheid was er slechts één andere europarlementariër die evenwel niet deelnam aan de vrijwillige pensioenregeling. Het Hof verklaart het beroep ongegrond. Tegen dat oordeel heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld.

A-G Niessen concludeert dat ook HR BNB 2009/184 nog ruimte laat voor uitzonderingen op de regel dat het gelijkheidsbeginsel op de voet van de meerderheidsregel niet landelijk wordt toegepast maar binnen het ambtsgebied van de inspecteur. Volgens de A-G betreft het daarbij (overeenkomstig de bestaande lijn in de jurisprudentie) gevallen waarin de aanslagregeling op eenheidsoverschrijdend niveau wordt gecoördineerd zodat de bevoegde persoon wel kennis draagt van in het ambtsgebied van verschillende eenheden wonende of gevestigde belasting- of inhoudingsplichtigen.
Voorts concludeert de A-G dat uit HR BNB 1999/3 en HR BNB 1999/165 volgt dat een behoorlijke taakvervulling van de betrokken eenheden onder omstandigheden mee kan brengen dat deze ter voorkoming van een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling zorg moeten dragen voor een onderlinge afstemming. Of een dergelijk geval zich voordoet, zal moeten worden vastgesteld door de feitenrechter. Het Hof heeft ten onrechte nagelaten te onderzoeken of sprake is van een geval waarin, uitgaande van de omstandigheid dat geen sprake is van beleid, de betrokken eenheden in verband met een behoorlijke taakvervulling tot onderlinge afstemming hadden moeten overgaan en bij bevestigende beantwoording daarvan, of alsdan bij landelijke toepassing van de meerderheidsregel sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel.

De conclusie strekt tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie en tot verwijzing van het geding naar een ander gerechtshof.

Metadata

Instantie
Advocaat-Generaal Hoge Raad
Datum instantie
10 mei 2020
Rolnummer
09/00907
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BM8179
ECLI:NL:PHR:2010:BM8179

Naar de bovenkant van de pagina