Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd voor parkeren op 25 april 2015 op de Prinsengracht in Amsterdam zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen.

Evenals bij Rechtbank Amsterdam is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Daarbij spitst het geschil zich toe op de vraag of hier sprake is geweest van laden en lossen, zodat heffing van parkeerbelasting achterwege dient te blijven. Daarnaast is in geschil of de Heffingsambtenaar in strijd met artikel 8 EVRM heeft gehandeld doordat de naheffingsaanslag (mede) is vastgesteld op basis van door scanauto’s vergaarde gegevens. Tot slot is in geschil of de Heffingsambtenaar de voorschriften met betrekking tot de hoorplicht heeft geschonden.

Hof Amsterdam stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de auto van X op de betreffende tijdstippen (12:41 uur en 12:58 tot en met 13:00 uur) stil stond in een parkeervak op de locatie. 

Het Hof oordeelt dat van X, die zich erop beroept dat sprake is geweest van onmiddellijk laden en lossen, op zijn minst kan worden gevergd dat zij nader concretiseert wat de redengevende feiten en omstandigheden waren die tot deze conclusie nopen. Dit heeft zij niet gedaan, zodat het ervoor moet worden gehouden dat de auto geparkeerd stond, daarbij in het midden latend of X in de tussentijd met haar auto is weggereden.

Het Hof acht geen sprake van strijd met artikel 8 EVRM. Ook zijn de voorschriften betreffende het horen niet geschonden.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
20 juni 2017
Rolnummer
16/00132
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:2604
NLF-nummer
NLF 2017/1667
Aflevering
13 juli 2017
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina