Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is gedurende zeven jaar als producer in dienstbetrekking werkzaam geweest bij een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van software voor onder meer videogames. Hij handelt in cryptovaluta en gebruikt daarvoor door hem ontwikkelde software (de tradingbot) waarmee automatisch transacties worden verricht. X houdt inmiddels een paar honderd verschillende cryptovaluta aan. Aanvankelijk verrichtte X de werkzaamheden naast zijn dienstbetrekking. Medio 2018 heeft hij zijn dienstbetrekking beëindigd en is hij zich voltijds gaan toeleggen op de handel in cryptovaluta. X heeft in de jaren 2018 tot en met 2021 per saldo een positief resultaat behaald. In het jaar 2022 was het resultaat negatief, maar over het jaar 2023 verwacht X weer een positief resultaat te behalen.

De Inspecteur stelt dat het resultaat behaald met de handel in cryptovaluta als winst uit onderneming is aan te merken (aanslag IB/PVV 2018). X is van mening dat de handel in cryptovaluta geen bron van inkomen is, omdat de handel speculatief van aard is. Hij stelt dat de cryptovaluta tot de rendementsgrondslag van box 3 behoren.

Rechtbank Noord-Holland geeft de Inspecteur gelijk. X heeft met het ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van de tradingbot een voordeel behaald dat redelijkerwijs te verwachten was.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
20 december 2023
Rolnummer
23/1575; 23/1576
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:13675
NLF-nummer
NLF 2024/0435
Aflevering
20 februari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6244
bwbr0011353&artikel=3.1&lid=2,bwbr0011353&artikel=3.1&lid=2,bwbr0011353&artikel=3.2,bwbr0011353&artikel=3.2

Naar de bovenkant van de pagina