Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is sinds 1 januari 2016 aannemer op het gebied van tuinen, bestrating, grondwerk en riolering. Enig aandeelhouder en bestuurder is A (Holding bv). Enig aandeelhouder en enig bestuurder van A is dga B. Tot 1 januari 2016 werd de onderneming door een vof gedreven. De vof was voor de premieheffing werknemersverzekeringen ingedeeld in sector 1 (Agrarisch bedrijf). X heeft de onderneming en het personeel van de vof overgenomen. De aard van de werkzaamheden is niet gewijzigd.

De Inspecteur heeft X niettemin in premiesector 3 (Bouwbedrijf) ingedeeld.

Hof Den Haag heeft echter geoordeeld dat X dient te worden ingedeeld in sector 1.

Tegen dit oordeel heeft de staatssecretaris cassatieberoep ingesteld. A-G Wattel behandelt de vraag of bij de wettelijk te maken keuze uit twee mogelijke premiesectorindelingen van een ‘samengestelde’ onderneming ex artikel 96, lid 2, Wfsv ook meetellen de werkzaamheden van (i) arbeidskrachten in dienst van gecontracteerde derden en (ii) een werknemer over wiens loon door X geen premie is verschuldigd (dga B).

Volgens A-G Wattel is het oordeel van het Hof juist. Het cassatieberoep van de staatssecretaris gaat kennelijk uit van een onjuist feitelijk uitgangspunt of bestrijdt een feitelijk oordeel van het Hof dat niet onbegrijpelijk is.

Conclusie: cassatieberoep ongegrond.

In de onderhavige zaak is belanghebbende een fullservicehovenier die ook bestraat en grondwerk verricht. De werkzaamheden voor bestrating en grondwerk worden verricht door derden. In geschil is het antwoord op de vraag in welke sector de belanghebbende voor de heffing van premies werknemersverzekeringen moet worden ingedeeld. Is dat sector 1 (Agrarisch bedrijf) of sector 3 (Bouwbedrijf)? Zie ook mijn noot bij de uitspraak van 21 november 2017 in NLF 2017/2988.

Bezien in het licht van de wetsgeschiedenis en de wetgeving (artikel 96 Wfsv) is de gedachte van A-G Wattel en het Hof te begrijpen. Waarom zou belanghebbende een andere maatschappelijke functie moeten krijgen door werknemers van derden die hij niet in dienst heeft? Een werkgever kan in het maatschappelijk verkeer meerdere afzonderlijke functies hebben. Dan komt artikel 96, lid 2, Wfsv in beeld. Hierin is bepaald dat wanneer een werkgever werkzaamheden verricht die behoren tot verschillende sectoren, hij van rechtswege is aangesloten bij de sector, waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor hij in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of vermoedelijk zal betalen. De sectoren zijn in wezen de risicogroepen voor diverse verzekeringen. Vanuit de gedachte dat de vervuiler betaalt, hoort een werkgever ingedeeld te worden in de risicogroep waartoe zijn werknemers behoren en niet de risicogroep waartoe de werknemers van derden behoren.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
A-G
Datum instantie
18 december 2017
Rolnummer
17/02618
ECLI
ECLI:NL:PHR:2017:1439
Auteur(s)
mr. F. Aksoy
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2018/0328
Aflevering
8 februari 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1277
bwbr0017745&artikel=96,bwbr0017745&artikel=96

Naar de bovenkant van de pagina