Direct naar content gaan

Samenvatting

De door [X] bv betaalde rente wordt als winst door [I] bv genoten. Aangezien [I] bv in het onderhavige jaar de status van beleggingsinstelling had, moet ervan worden uitgegaan dat de uit deze rente voortvloeiende winst van [I] bv binnen acht maanden na afloop van het boekjaar aan de aandeelhouders werd uitgekeerd, en aldus na korte tijd als dividend tot het inkomen van deze aandeelhouders ging behoren. Deze gang van zaken sluit aan bij hetgeen de wetgever met de regeling voor beleggingsinstellingen heeft beoogd, te weten een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor de opbrengst van beleggingen, indien deze opbrengst kort na afloop van het jaar in zijn geheel als inkomsten uit vermogen aan de aandeelhouders ten goede zou komen. Voor de beoordeling van de vraag of het samenstel van handelingen met betrekking tot de aandelen [J] bv, dat leidde tot de verschuldigdheid van rente door belanghebbende, met betrekking tot de heffing van de vennootschapsbelasting in fraudem legis plaatsvond, is het tussenvoegen van [I] bv niet van betekenis, aangezien daaruit voor wat betreft de aftrek van de rente geen gevolgen voortvloeien die in strijd zijn met doel en strekking van de wet.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1986
Instantie
HR
Datum instantie
23 augustus 1995
Rolnummer
29.521
ECLI
ECLI:NL:HR:1995:AA1681
bwbr0002672&artikel=10a

Naar de bovenkant van de pagina