Direct naar content gaan

Politieke column

De belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting gaat omhoog. Deze rente was na de tijdelijke verlaging in de coronacrisis sinds begin vorig jaar weer op een schrikbarende 8% gesteld. Per 1 maart aanstaande gaat echter de bizar hoge rente van 10,5% gelden. Het is een smerige manier om belastingplichtigen een loer te draaien. 

Weliswaar wordt steeds vroom betoogd dat belastingrente voorkomen kan worden door tijdig en correct aangifte te doen, of door de voorlopige aanslag aan te passen aan de actuele winstontwikkeling, maar dat is kolderieke kletspraat. Alsof je als ondernemer zomaar haarscherp je verplichtingen voor voorzieningen in beeld hebt, weet wat de restwaarde van een bedrijfsmiddel is of zicht hebt op mogelijke afwaarderingen van schulden.  

Welnee, het is misschien heel verrassend voor beleidsmakers, maar ondernemers ondernemen. Ze worstelen met de vennootschapsbelasting, en dan benader ik het nog positief. Voor veel ondernemers is het een verschrikking. Het is dus helemaal niet makkelijk om de aangifte tijdig en correct te doen of de voorlopige aanslag gelijke pas te laten houden met een onbekend toekomstig belastingbedrag. Het kabinet weet dat ook dondersgoed. Vrome praatjes dienen niets anders dan het vullen van budgettaire gaatjes.

De belastingrente van 10,5% vloeit voort uit de (vertraagde) koppeling met de wettelijke rente voor handelstransacties, zo blijkt uit het Besluit belasting- en invorderingsrente. Daar begint de achterlijkheid natuurlijk. Temeer daar er ook een ondergrens is opgenomen. Die ondergrens verraadt de werkelijke reden van de belastingrente. Hoezo wordt de relatie tussen belastingplichtige en Belastingdienst – waaruit na aangifte door eerstgenoemde een door de Inspecteur vastgesteld belastingbedrag voortvloeit – vergeleken met een handelstransactie tussen private partijen? Een handelstransactie?

Kijk, als je al iets met belastingrente wilt doen, kun je natuurlijk ook gewoon normale rentepercentages hanteren. Misschien moet je naar de rente op staatsobligaties kijken. Of, ook al wel eens genoemd, het rentepercentage dat voor bijvoorbeeld box 3 in aanmerking wordt genomen. Deze opvattingen leiden bij beleidsbepalers op het ministerie van Financiën tot hoofdbrekens. Een lager rentepercentage vinden ze aan het Korte Voorhout diep van binnen ook veel eerlijker hoor, maar ja…

En daarmee zijn we bij het pièce de résistance van de belastingrente. Neerwaartse aanpassing van de belastingrente leidt tot omvangrijke budgettaire derving. De voorgaande zin komt uit een eerder door het ministerie van Financiën uitgevoerd onderzoek naar belastingrente. Het is een eerlijke constatering. De belastingrente levert de schatkist namelijk grof geld op. In de begroting wordt de betaalde en ontvangen belastingrente trouwens, weinig inzichtelijk, samen met de invorderingsrente weergegeven. Het vereist enig puzzelwerk om de verschillende rentes te destilleren. Per saldo zorgt de belastingrente voor een structurele jaarlijkse opbrengst van indicatief € 500 miljoen.

Deze opbrengst aan belastingrente vloeit niet naar de algemene middelen. Bij belastingen is dat wel zo, waardoor de opbrengst daarvan mag fluctueren. Belastingrente wordt op de rijksbegroting echter geboekt onder hetzelfde beleidsartikel als de Belastingdienst. Lang verhaal kort: de belastingrente is direct gelieerd aan de financiering van de Belastingdienst. Een serieus lagere belastingrente betekent dat er minder middelen zijn voor de personele en materiële uitgaven van de Belastingdienst. Om een dergelijk scenario te voorkomen is er dus ook een ondergrens aan belastingrente. Nu de wettelijke handelsrente is gestegen en dus de belastingrente naar 10,5% gaat, ontstaat er zelfs extra budgettaire ruimte voor de dienst.

De belastingrente is momenteel opnieuw onderwerp van studie. Ergens in 2023 komt dat departementale onderzoek naar buiten. Ik kan u de conclusie al verklappen: een verlaging van de belastingrente is niet aan de orde, want een bezuiniging bij de Belastingdienst is ongewenst. Dat laatste snap ik, dat eerste niet. Pas na budgettaire ontkoppeling wordt een normale rente haalbaar.

NB. Op 23 februari 2023 heeft het kabinet bekendgemaakt dat de in rekening te brengen belastingrente voorlopig toch niet wordt verhoogd van 8% naar 10,5% (de te vergoeden belastingrente gaat per 1 maart 2023 wel naar 10,5%). Later in het voorjaar worden de rentepercentages opnieuw bekeken.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/5
Publicatiedatum
13 februari 2023
bwbr0002320&artikel=30f

Naar de bovenkant van de pagina