Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep van X (belanghebbende) inzake aanslagen IB/PVV en Zvw wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De stelling van X dat sprake is van verschoonbaarheid wegens nalatigheid van de voormalig gemachtigde heeft de Rechtbank verworpen.

X heeft in hoger beroep betoogd, onder verwijzing naar de conclusie van A-G Widdershoven van 7 september 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:476, NLF 2023/2085, met noot van Wiggers) en het wetsvoorstel ‘Versterking waarborgfunctie Awb’, dat een beroep op verschoonbaarheid bij een termijnoverschrijding ruimhartiger beoordeeld moet worden dan de Rechtbank heeft gedaan.

Ten aanzien van de conclusie merkt Hof Den Bosch op dat deze stelt dat een termijnoverschrijding door een gemachtigde in beginsel onverschoonbaar is (r.o. 1.4 en 7.18). De door de A-G genoemde uitzonderingen doen zich hier niet voor. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat de eerdere gemachtigde van X niet deskundig of professioneel was. Ook in het door X genoemde wetsvoorstel ziet het Hof geen aanknopingspunten om de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar te achten.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011-2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
7 februari 2024
Rolnummer
22/00829; 22/00830; 22/00831; 22/00832; 22/00833; 22/00834; 22/00835; 22/00836; 22/00837; 22/00838
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:368
NLF-nummer
NLF 2024/0763
Aflevering
26 maart 2024

Naar de bovenkant van de pagina