Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft 20 personenauto’s, afkomstig uit andere lidstaten van de EU, in het Nederlandse kentekenregister laten registreren en op diverse dagen in april en mei 2015 de BPM op aangifte voldaan.

In geschil is of voor de auto’s die meer dan normale gebruiksschade hebben en waarvoor een gedetailleerde schadecalculatie is overgelegd, heeft te gelden dat 100% van het getaxeerde schadebedrag in aftrek komt, zoals X bepleit, dan wel 72%, zoals de Inspecteur voorstaat.

Rechtbank Den Haag heeft het beroep van X ongegrond verklaard. Hof Den Haag had de zaak teruggewezen naar de Rechtbank voor een nieuwe in de sfeer van de BPM te verrichten toetsing van de schade aan de auto’s. Tegen deze uitspraak van het Hof is geen cassatie ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep ook na terugwijzing ongegrond verklaard. X heeft opnieuw hoger beroep ingesteld.

Het Hof ziet geen grond anders te oordelen dan de Rechtbank heeft gedaan. Het Hof neemt in het bijzonder in aanmerking dat de Rechtbank, waar het gaat om de opvattingen van X, die inhouden dat de in geding zijnde BPM-regelgeving in strijd is met het Unierecht, de terugwijzingsopdracht juist heeft uitgelegd, te weten dat in deze fase van de procedure aan een behandeling van die opvattingen niet meer wordt toegekomen.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
1 juni 2018
Rolnummer
18/00157 t/m 18/00176
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:2044
NLF-nummer
NLF 2018/1884
Aflevering
30 augustus 2018
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina