Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(3)
  • Jurisprudentie(86)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor de vraag in welk land een kapitein en andere opvarenden sociaal zijn verzekerd gelden, mits voor het desbetreffende binnenvaartschip een (volledige) Rijnvaartverklaring is afgegeven, de regels van de (herziene) Rijnvaartakte. In de jaren 2003, 2004, 2006 en 2007 vaart een kapitein op zo’n schip. In 2005 vaart hij echter op een schip waarvoor zo’n verklaring ontbreekt en is de Rijnvaartakte dus niet van toepassing. Al die jaren is hij in dienstbetrekking bij Luxemburgse werkgevers. Voor de overige vier jaren geldt dat de kapitein in Luxemburg verzekerd is als het desbetreffende schip door de Luxemburgse werkgever wordt geëxploiteerd. Volgens de inspecteur is echter de Nederlandse eigenaar van de schepen de feitelijke exploitant en is de Luxemburgse werkgever - op één uitzondering na - niet veel meer dan een koppelbaas. Naar het oordeel van de Rechtbank moet de inspecteur bewijzen dat de Nederlandse eigenaar de eigenlijke exploitant is van de desbetreffende schepen, omdat alleen hij daartoe in staat is. De Rechtbank acht hem in dat bewijs niet geslaagd. De uitkomst is dat de kapitein alleen in 2005 in Nederland premie voor de volksverzekeringen verschuldigd is.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2003 -2006
Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum instantie
20 maart 2012
Rolnummer
09/4493
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2012:BW0470
bwbid=bwbr0&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina