Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze zaak gaat over de WOZ-waardering van een hotel in aanbouw per 1 januari 2017.

De waarde is op de voet van artikel 17, lid 4, Wet WOZ vastgesteld (naar de staat van het object per 1 januari 2018) op de vervangingswaarde inclusief omzetbelasting.

Hof Amsterdam acht dat juist. Het kent daarbij veel gewicht toe aan een passage uit de wetsgeschiedenis waaruit ondubbelzinnig blijkt dat een waardering inclusief omzetbelasting wordt voorgeschreven voor alle courante niet-woningen in aanbouw.

A-G Pauwels concludeert dat het eerste middel van X (bv; belanghebbende) in cassatie slaagt, omdat het Hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. In de bijlage bij zijn conclusie zet de A-G uiteen dat voor de behandeling van de component omzetbelasting bij de waardering op vervangingswaarde op grond van artikel 17, lid 4, Wet WOZ bepalend is de subjectieve omzetbelastingpositie van de eigenaar. Dit brengt mee dat bij de vaststelling op de vervangingswaarde buiten beschouwing moet blijven de ter zake van vervangingskosten in rekening gebrachte omzetbelasting voor zover de eigenaar die omzetbelasting in aftrek kan brengen. De andersluidende maatstaf in uitlatingen die zijn gedaan in de wetgeschiedenis, is volgens de A-G niet leidend bij de uitleg van artikel 17, lid 4, Wet WOZ, omdat de uitleg op basis van de (duidelijke) wettekst, wetsystematiek en jurisprudentie prevaleert boven de uitleg op basis van die uitlatingen.

Volgens de A-G is het cassatieberoep gegrond en kan de Hoge Raad de zaak zelf afdoen.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
A-G
Datum instantie
20 oktober 2023
Rolnummer
22/04398
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:942
Auteur(s)
drs. O.M. Menger
Fiscaliade
NLF-nummer
NLF 2023/2630
Aflevering
23 november 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6093
bwbr0007119&artikel=17&lid=4,bwbr0007119&artikel=17&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina