Samenvatting
Op 29 juni jl. vond tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Eye Filmmuseum de uitreiking plaats van de Jaap van den Berge-literatuurprijs. De winnaar was Wendy van Roij. Hieronder is de door Angelique Perdaems namens de jury uitgesproken lofrede opgenomen.
Opinie
Namens de jury heb ik de eer de prijswinnaar van de Jaap van den Berge-literatuurprijs toe te spreken. Het thema dat de jury centraal heeft gesteld, namelijk fiscale rechtsbescherming, biedt daartoe veel inspiratie. Fiscale rechtsbescherming staat bij de naamgever van deze prijs hoog in het vaandel. Jaap van den Berge heeft zich altijd ingezet voor de rechten van de belastingplichtige. Dat herinner ik mij nog goed uit mijn tijd bij het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad. Jaap vroeg altijd aandacht voor de rechtsbescherming van de belastingplichtige en moedigde ons als wb’ers aan om te publiceren. Ook de laatste jaren heeft hij zich nog ingezet voor de rechtsbescherming. Niet meer als raadsheer bij de Hoge Raad maar bij de afwikkeling van de Toeslagenaffaire. Het is dus niet verrassend dat het thema fiscale rechtsbescherming centraal staat bij het toekennen van de Jaap van den Berge-literatuurprijs.
De prijswinnaar van dit jaar zet zich ook in voor fiscale rechtsbescherming. Zij publiceert over rechtsbescherming in de breedste zin van het woord. Fiscale rechtsbescherming. Waar hebben we het dan over? Het gaan dan over de burger die klem komt te zitten tussen alle overheidsloketten en bij niemand persoonlijk terecht kan. Onder voorzitterschap van Diana van Hout is het rapport ‘Burgers beter beschermd’ verschenen. Gelukkig is dat rapport niet in de kast verdwenen. Inmiddels is door de inzet van Diana van Hout de Stichting ondersteuning Fiscale Rechtshulp (Sofir) opgericht met als doel praktische rechtsbescherming te leveren in belastingzaken. De bijeenkomsten worden door een breed publiek bezocht en dat laat zien dat rechtsbescherming leeft.
Rechtsbescherming komt ook terug in het jaarverslag van de Hoge Raad en de richtinggevende arresten die daarin worden genoemd. Zoals het expliciet benoemen van een zwaardere bewijsmaatstaf voor boetes. Rechtsbescherming bij informatieverzoeken heeft ook de aandacht. Esther Huiskers voert onderzoek uit naar de vraag of de informatiebeschikking in de praktijk rechtsbescherming biedt. En dan hebben we nog het onderzoek naar het invoeren van fiscale rechtshulp naar het Amerikaanse model van de Taxpayers Advocate Service. Dit is zomaar een greep van actualiteiten die allemaal als doel hebben de rechtsbescherming te verbeteren.
De jury heeft publicaties over dit thema geraadpleegd. Daarbij heeft de jury naast het werk van Wendy van Roij ook oog gehad voor bijvoorbeeld de publicaties van Martijn Weijers en Arend Jan van Lint. Zo schreef Martijn over de formele aspecten van kennisgroepstandpunten. Daarbij benadrukt hij dat het vooral interessant is zodra kennisgroepstandpunten begunstigend beleid inhouden. Een verzoek om ambtshalve vermindering is dan een optie. Arend Jan schrijft over de onafhankelijke fiscale rechtshulp. Met het invoeren van de laagdrempelige onafhankelijke rechtshulp wordt zijn betoog van 40 jaar geleden opgevolgd. Al waarschuwt hij wel voor het waarborgen van het recht op onafhankelijke hulp.
Dan nu naar onze prijswinnaar. Wendy van Roij. Zij is rechter bij Hof Den Bosch. In die functie heeft zij dagelijks met rechtsbescherming te maken. De rechter vervult een belangrijke rol bij het bieden van praktische rechtsbescherming. Dat gaat van het geven van rechtsregels die zien op rechtsbescherming tot het ‘helpen’ van de burger die bijvoorbeeld zonder gemachtigde op zitting verschijnt. Rechtsbescherming is namelijk ook het recht uitleggen aan de burger en een beslissing uitleggen waardoor deze beter is te dragen.
Naast haar werkzaamheden als rechter vindt Wendy tijd om geregeld te publiceren. Voornamelijk in NLFiscaal en in het FED. Ik noem een aantal thema’s waarover zij schreef: het fiscale gesloten bastion, waarin ze aan de hand van voorbeelden illustreert dat efficiënte fiscale rechtsbescherming ontbreekt. In het FED schreef ze recent annotaties bij arresten over de informatiebeschikking en belastingrente. Daarbij schroomt ze er niet voor om kritisch te zijn op de Hoge Raad. Op twee publicaties zal ik nader inzoomen, namelijk over het wetsvoorstel ‘Versterking waarborgfunctie Awb’ en over het evenredigheidsbeginsel.
Allereerst het artikel van Wendy in het NJB over het wetsvoorstel ‘Versterking waarborgfunctie Awb’. Met dit wetsvoorstel wenst de regering het dienstbaarheidscriterium van de overheid beter naar voren te laten komen in de Awb. Een belangrijk uitgangspunt van het wetsvoorstel is het herwinnen van vertrouwen door daden en woorden met elkaar overeen te laten stemmen. Wendy bespreekt box 3 en hoe daarmee is omgegaan voor de niet-bezwaarmakers als sprekend voorbeeld dat het sentiment voedt dat de politiek woorden niet omzet in daden. Ze schrijft treffend:
Met scherpe, duidelijke bewoordingen weet Wendy onder woorden te brengen waar de schoen wringt tussen overheid en burger. Wendy bespreekt de door het kabinet voorgestelde wijzigingen en is daar kritisch op. Ze concludeert:
Deze constatering volg ik. Toch zie ik ook enkele lichtpuntjes zoals het inzagerecht vanaf het moment dat een besluit is genomen. En niet pas na het instellen van bezwaar. En de invoering van langere bezwaartermijnen. Dit zou dan mijns inziens wel voor alle belastingen moeten gelden om onduidelijkheid te voorkomen.
Een andere interessante bijdrage van Wendy gaat over het evenredigheidsbeginsel. In NLF-W(etenschappelijk) bespreekt ze de uitspraak van de Raad van State van 2 februari 2022 vanuit een fiscale invalshoek. Een voorbeeld van haar analytische en heldere manier van schrijven is de volgende passage: ‘Het hart van de uitspraak is…’ En vervolgens beschrijft ze gestructureerd wat haar opvalt aan deze uitspraak. Structuur is in al haar publicaties een kenmerkend element. Een duidelijke opbouw waarmee ze de lezer aan de hand neemt.
In deze bijdrage geeft ze een doorkijk naar de fiscaliteit. Ze komt tot de conclusie dat in het belastingrecht discretionaire bevoegdheden van de Inspecteur slechts bij uitzondering voorkomen. Daar kan anders over worden gedacht omdat vaak discretionaire bevoegdheid bestaat bij de uitleg van de feiten en de toepassing van het recht op die feiten. Ook gaat Wendy ervan uit dat de arresten van de Hoge Raad van 17 april 2020 waarin invulling is gegeven aan het evenredigheidsbeginsel in relatie tot informatieverplichtingen aan de nieuwe evenredigheidstoets voldoen. Ook daar kan anders tegenaan worden gekeken omdat de Hoge Raad toen het willekeurcriterium toepaste en de rechter sinds de uitspraak van 2 februari 2022 in volle omvang aan het evenredigheidsbeginsel moet toetsen. Deze voorbeelden laten zien dat Wendy een duidelijke mening heeft die ze in haar bijdragen naar voren brengt.
In deze bijdrage maakt Wendy ook een terecht uitstapje naar de hardheidsclausule, met de pakkende kop: ‘De fiscale hardheidsclausule weghalen van het grofvuil.’ En als suggestie voor het 60-jarig bestaan van artikel 63 AWR: ‘Als verjaardagscadeau valt te denken aan een revitalisering van deze bepaling.’ Een brede verkenning van de gevolgen van de uitspraak voor het fiscale recht met duidelijke bewoordingen typeren deze bijdrage. De slotpassage kan niet onbenoemd blijven:
De jury steunt deze oproep van harte. Nu we hier vandaag met verschillende beroepsgroepen bij elkaar zijn, biedt deze bijdrage een mooi aanknopingspunt om over die rollen van gedachten te wisselen. Om in de woorden van Wendy te blijven zal ik deze meanderende blik op haar publicaties afsluiten. Wendy, ik nodig je nu uit om naar voren te komen om de penning in ontvangst te nemen. Van harte gefeliciteerd met deze welverdiende prijs en wij kijken uit naar meer mooie publicaties van jouw hand.