Direct naar content gaan

Samenvatting

X was actief op het terrein van het werven, detacheren en begeleiden van arbeidskrachten. De arbeidskrachten werden geworven in Bulgarije om te werken bij opdrachtgevers in Nederland en België. Tot 2009 werden de arbeidskrachten in dienst genomen door de opdrachtgevers.

Vanaf 2009 werd voor sommige arbeidskrachten met de constructie gewerkt dat de werkzaamheden werden uitgevoerd via opdrachten van aanneming van werk tussen de Nederlandse en Belgische opdrachtgevers en twee daartoe opgerichte Bulgaarse vennootschappen en waarbij de Bulgaarse arbeidskrachten formeel een dienstbetrekking aangingen met de Bulgaarse vennootschappen.

De Inspecteur stelt dat sprake is van een schijnconstructie waarbij de feitelijke werkwijze niet strookt met hetgeen juridisch is overeengekomen. Hij heeft aan X over 2009 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd en een vergrijpboete. In geschil is of dat terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat, mede gelet op de feitelijke werkzaamheden van X, de Bulgaarse arbeidskrachten bij X in dienstbetrekking werkzaam waren, nu de Bulgaarse vennootschappen slechts tussengeschoven vehikels zijn waaraan geen reële betekenis toekomt. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

Opzet acht de Rechtbank niet aannemelijk gemaakt. Uit verklaringen volgt eerder dat X voor de constructie met Bulgaarse vennootschappen heeft gekozen om problemen met tewerkstellingsvergunningen te omzeilen.

De Rechtbank acht wel sprake van grove schuld. De boete wordt verminderd tot 25% van de nageheven belasting en wordt nog verder verminderd in verband met overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
3 augustus 2017
Rolnummer
15/4727
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:4881
NLF-nummer
NLF 2017/2110
Aflevering
7 september 2017
bwbr0002471&artikel=6,bwbr0002471&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina