Samenvatting
De Tweede Kamer heeft dit wetsvoorstel op 23 april 2024 aangenomen. Dit wetsvoorstel versterkt in de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht de toepassing van het profijtbeginsel bij watersysteemheffingen. Hiermee krijgen waterschappen betere mogelijkheden om het profijtbeginsel toe te passen. Wie profijt heeft, betaalt. Dit kan leiden tot verschillen in waterschapsheffingen tussen ingezetenen, eigenaren van gebouwd onroerend goed, eigenaren van ongebouwd terrein en eigenaren van natuurterreinen.
Klimaatverandering zorgt dat het waterbeheer in Nederland de komende jaren te maken krijgt met nieuwe uitdagingen zoals zeespiegelstijging, wisselende aanvoer van water in de rivieren, droogte en toegenomen wateroverlast. Daarom krijgen waterschappen meer mogelijkheden om hun belastingopbrengsten te gebruiken om hun doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie en circulaire economie te behalen. Ook komt er een nieuwe milieuvriendelijkere methode om de vervuilingswaarde van het afvalwater te bepalen. De huidige methode maakt namelijk gebruik van vervuilende stoffen.
Nadat de Eerste Kamer met dit wetsvoorstel akkoord is gegaan, treedt deze wet in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.