Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Vodafone heeft ten behoeve van haar werknemers onder andere bemiddelingsdiensten voor kinderopvang verricht. Deze diensten waren tot het arrest van de Hoge Raad van 2 november 2007, nr. 37.137, LJN BB6880, met btw belast. Deze btw was echter niet verrekenbaar op grond van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA).
Het bedrijf meent thans recht te hebben op een btw-teruggaaf over de periode voor 2 november 2007.
De Hoge Raad oordeelt met Hof Den Bosch dat een en ander niet mogelijk is, ook niet met een beroep op het vertrouwensbeginsel.
Een andere kwestie betreft de eigen bijdragen van de werknemers voor het privégebruik van de leaseauto’s.
Vodafone stelt dat de eigen bijdrage van de werknemers moet worden gezien als de vergoeding voor een met btw belaste dienst die het bedrijf aan de werknemers verricht. Daaruit volgt volgens Vodafone dat de voorbelasting die rechtstreeks verband houdt met deze met btw-belaste dienstverlening, volledig voor aftrek in aanmerking komt en dat een BUA-beperking daarom niet aan de orde kan komen.
De Hoge Raad is het hier niet mee eens. De Zesde richtlijn verzet zich niet tegen een regeling op grond waarvan de btw op bepaalde goederen die deels privé en deels zakelijk worden gebruikt, slechts naar rato van het zakelijk gebruik in aftrek kan worden gebracht.
Ook de Staatssecretaris heeft in deze zaak cassatieberoep ingesteld. Hij vindt dat het Hof de bewijslast met betrekking tot het van toepassing zijn van de aftrekuitsluiting ter zake van de uitgaven voor parkeren, verhuizingen en een bepaald programma om verkopers tot betere resultaten te stimuleren, niet redelijk heeft verdeeld.
De Hoge Raad oordeelt hierover als volgt: het is aan de inspecteur om aannemelijk te maken dat en in hoeverre een ondernemer door hem in het kader van zijn onderneming aangeschafte goederen of diensten bezigt voor persoonlijke doeleinden van zijn personeel (Hoge Raad, 15 maart 2000, nr. 35208, LJN AA5138).
Vodafone mag daarbij echter geen ‘bewijsnood’ voor de inspecteur veroorzaken door geen of weinig aanknopingspunten te verschaffen voor het kunnen beoordelen van het al dan niet van toepassing zijn van het BUA, aldus de Hoge Raad.
De zaak is verwezen voor de behandeling van de stelling van Vodafone dat de uitgaven niet onder het BUA vallen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
HR
Datum instantie
12 juli 2013
Rolnummer
11/03740
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:22

Naar de bovenkant van de pagina