Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een Nederlandse presentatrice van een TV-programma heeft tot november 1998 in Nederland gewoond. Eind augustus 1997 had zij door middel van haar BV met een S.A. een overeenkomst voor het jaarlijks verrichten van presentatie- en redactiewerkzaamheden voor maximaal 143 afleveringen van een televisieprogramma. Zij stelde zich daarvoor vijf dagen per week beschikbaar. Het contract liep van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2000. De overeengekomen beloning bedroeg fl. 500.000 per contractjaar. De presentatrice is per 1 november 1998 metterwoon naar Mexico geëmigreerd. Als gevolg van geschillen heeft de presentatrice in 1999 slechts zes afleveringen gepresenteerd waarvoor de opnamen op negen dagen in september in Nederland plaatsvonden. Deze afleveringen zijn ook uitgezonden. In 2000 heeft zij voor de S.A. geen enkele aflevering verzorgd. Nadat zij van de overeengekomen beloning fl. 277.778 had ontvangen is de samenwerking per 1 september 2000 met een gouden handdruk van fl. 350.000 geëindigd. Bij die gelegenheid is afgesproken dat zij voor een andere maatschappij zou gaan werken, maar verder dan enige pilotopnamen is het niet gekomen. Daarvan staat niet vast of zij zijn uitgezonden. De presentatrice verrichtte in Mexico voorbereidingswerk voor haar programma. Omdat partijen het er over eens waren dat de presentatrice bij de S.A. een dienstbetrekking vervulde en het Hof met hen de dienstbetrekkingregeling van het verdrag met Mexico van toepassing achtte, kwam het tot de uitspraak dat van de door de presentatrice in 1999 genoten beloning van fl. 500.000 minus fl. 21.500 kosten of wel fl. 478.500 slechts 9/195ste deel ofwel fl. 22.085 in Nederland kon worden belast. Er is volgens de Hoge Raad, gelet op de interpretatie van de overeenkomst door het Hof omtrent de beschikbaarheid van de presentatrice voor de S.A., geen reden om de woonstaat niet van belang te achten en tot een andere toedeling van de beloning te komen. Voor 1999 wordt het cassatieberoep van de Staatssecretaris verworpen.
In 2000 had de presentatrice fl. 277.778 als normale beloning en fl. 350.000 als afkoopsom genoten. Van die fl. 277.778 is conform de beslissing voor 1999 slechts 4/165ste deel in Nederland belast. Maar ten aanzien van de gouden handdruk moet rekening gehouden worden met het arrest HR 11 juni 2004, nr. 38.112, BNB 2004/345, wat het Hof nog niet had kunnen doen. Dat wordt aan het verwijzingshof overgelaten. Geheel anders A-G Van Ballegooijen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
22 december 2006
Rolnummer
41.242
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AV1705
ECLI:NL:PHR:2006:AV1705

Naar de bovenkant van de pagina