Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep in cassatie ingesteld in de zaak die bij de belastingkamer van de Hoge Raad is ingeschreven onder nummer 22/02129. Bij bericht van 9 februari 2023 is aan X meegedeeld dat op 17 februari 2023 in de hiervoor genoemde zaak uitspraak zal worden gedaan. Tevens is daarin meegedeeld dat de beslissing wordt genomen door de leden van de Hoge Raad J. Wortel, P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk.

Bij op 16 februari 2023 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen brief heeft X de wraking verzocht van de hiervoor vermelde leden van de Hoge Raad.

De wrakingskamer wijst het verzoek echter af.

Niet valt in te zien dat uit de enkele aankondiging dat uitspraak zal worden gedaan valt af te leiden dat de raadsheren die de uitspraak zullen gaan doen vooringenomen zijn. De vrees van X dat de uitspraak in haar nadeel zal uitvallen en dat niet aan haar verzoeken tegemoet zal worden gekomen levert evenmin een grond voor wraking op. Ook voor het overige rechtvaardigen de door X aangedragen omstandigheden over de procedurele gang van zaken niet de conclusie dat de betrokken raadsheren vooringenomen zijn en evenmin dat de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
HR
Datum instantie
22 september 2023
Rolnummer
23/00611
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1289
NLF-nummer
NLF 2023/2160
Aflevering
28 september 2023
bwbr0002320&artikel=29,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0002320&artikel=29,bwbr0005537&artikel=8:15

Naar de bovenkant van de pagina