Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is een in Duitsland gevestigd bedrijf dat onder meer in Nederland technisch personeel ter beschikking stelt. Met betrekking tot de in Nederland ter beschikking gestelde werknemers is X inhoudingsplichtige in de zin van de Wet LB 1964. De aangiften loonheffingen in Nederland van X worden gedaan door de adviseur.

X betaalt aan haar werknemers die in Nederland werkzaamheden verrichten in sommige gevallen achteraf een vergoeding om de (hogere) Nederlandse loonheffing te compenseren (de nabetaling). Dit zodat de werknemers hetzelfde loon ontvangen als zij zouden hebben gehad indien zij volledig in Duitsland te werk waren gesteld.

Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of terecht loonheffing is nageheven ten aanzien van de nabetaling. Dat is volgens de Rechtbank het geval. De Rechtbank is van oordeel dat het heffingsrecht van Nederland ten aanzien van de nabetaling niet wordt beperkt door het Verdrag Nederland-Duitsland (artikel 14). De nabetaling houdt rechtstreeks verband met de in Nederland uitgeoefende werkzaamheden. Voorts zijn terecht verzuimboetes en vergrijpboetes aan X opgelegd. De boetes worden ambtshalve verminderd vanwege undue delay.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
28 juni 2022
Rolnummer
21/3685; 21/3686; 21/3687
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3534
NLF-nummer
NLF 2022/1401
Aflevering
21 juli 2022

Naar de bovenkant van de pagina