Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen aan haar opgelegde navorderingsaanslagen vpb. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat de Inspecteur wordt gelast alle op de zaak betrekking hebbende stukken te verstrekken en geen uitspraak op bezwaar te doen zolang deze hernieuwde en volwaardige inzage niet heeft plaatsgevonden.

De voorzieningenrechter (Rechtbank Noord-Nederland) oordeelt dat is voldaan aan het vereiste van materiële connexiteit.

Uit de gedingstukken volgt dat de Inspecteur aan X een dossier van acht ordners en zeven e-mailberichten ter inzage heeft verstrekt. Uit de gedingstukken volgt voorts dat de Inspecteur het verzoek van X om aanvullende informatie heeft afgewezen, omdat deze informatie hetzij geen op ‘de zaak betrekking hebbende stukken’ betreft, hetzij de gevraagde gegevens wegens gewichtige redenen niet kunnen worden verstrekt, hetzij de gevraagde informatie niet bestaat.

Volgens de voorzieningenrechter is de Inspecteur door deze procesbeslissing niet zodanig tekortgeschoten in zijn plicht om alle zaakstukken ter inzage aan X te verstrekken dat een goed en ordelijk verloop van de bezwaarprocedure, onder toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor, zodanig in gevaar dreigt te raken dat met onverwijlde spoed een voorlopige voorziening zou moeten worden getroffen.

X heeft volgens de voorzieningenrechter in dit geval kennelijk geen spoedeisend belang bij het verkrijgen van de door haar gevraagde gegevens. Het verzoek wordt afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009-2013
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
26 februari 2019
Rolnummer
19/384 t/m 19/387
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2019:717
NLF-nummer
NLF 2019/0865
Aflevering
11 april 2019
bwbr0005537&artikel=8:81,bwbr0005537&artikel=8:81

Naar de bovenkant van de pagina