Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(25)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het wereldinkomen van een man omvat in 2007 het eigenwoningsaldo van de in Duitsland gelegen woning, een UWV-uitkering alsmede een pensioenuitkering. Het heffingsrecht over het eigenwoningsaldo van de in Duitsland gelegen woning is evenals de pensioenuitkering op grond van het belastingverdrag met Duitsland aan Duitsland toegewezen.
Het heffingsrecht over de UWV-uitkering is op grond van artikel 12, lid 2 juncto lid 3, van het verdrag aan Nederland toegewezen.
Rechtbank Breda is van oordeel dat door de keuze van de man voor toepassing van binnenlandse belastingplicht (artikel 2.5 van de Wet IB 2001) Nederland het wereldinkomen van de man in de belastingheffing mag betrekken maar daarbij is gehouden om een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting te verlenen voor de inkomensbestanddelen die ter heffing aan Duitsland zijn toegewezen.
Hof Den Bosch is daarentegen van mening dat het Nederland niet is toegestaan de pensioenuitkering en het eigenwoningsaldo in enige heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting te betrekken.
De Staatssecretaris is het niet met het Hof eens en heeft cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad verklaart dit gegrond.
De aan Duitsland toegewezen bestanddelen mogen in de Nederlandse belastingheffing worden betrokken op de wijze als voorzien in artikel 2.5 Wet IB 2001 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbepalingen.
Conform de conclusie van A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
31 januari 2014
Rolnummer
12/02201
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:167
bwbid=bwbr0&artikel=2.5

Naar de bovenkant van de pagina