Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft X (belanghebbende) schriftelijk meegedeeld dat zijn btw-identificatienummer wordt ingetrokken. X meent dat hij recht heeft op aftrek van omzetbelasting en stelt dat recht ter discussie door beroep aan te tekenen bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant tegen die intrekking.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de beslissing van de Inspecteur om het btw-nummer van X in te trekken weliswaar ‘een ingevolge de belastingwet genomen besluit’ is, maar geen voor bezwaar of beroep vatbare beslissing. De Rechtbank heeft het beroep van X niet-ontvankelijk verklaard en X gewezen op de mogelijkheid zich te wenden tot de burgerlijke rechter. Het tegen die uitspraak gedane verzet heeft de Rechtbank ongegrond verklaard.

X heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld. Met het eerste cassatiemiddel betoogt X dat het intrekken van een btw-nummer hetzelfde is als de weigering aftrek van voorbelasting te verlenen op de grond dat het voor X na intrekking van het btw-nummer niet meer mogelijk is via de aangifte btw-teruggaaf te verkrijgen. Die onmogelijkheid brengt volgens X mee dat wel degelijk een voor bezwaar vatbare beslissing is afgegeven. Het tweede cassatiemiddel ziet eveneens op het oordeel van de Rechtbank dat de intrekking geen voor bezwaar vatbare beslissing is. X meent dat dit oordeel in strijd is met de Btw-richtlijn.

De Hoge Raad acht beide cassatiemiddelen ongegrond. Voor een belastingplichtige zonder btw-nummer staat de mogelijkheid open een verzoek om teruggaaf in te dienen op de voet van artikel 31, lid 2 en 3, Wet OB 1968. Op een dergelijk verzoek om teruggaaf dient de Inspecteur te beslissen bij voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in artikel 31, lid 8, Wet OB 1968. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat de omstandigheid dat een rechtsingang bij de algemene bestuursrechter of de belastingrechter ontbreekt, niet betekent dat in Nederland tegen de intrekking van een btw-identificatienummer een door artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vereiste doeltreffende voorziening in rechte bij een onpartijdig gerecht ontbreekt. De betrokkene kan het geschil over het intrekken van een btw‑identificatienummer immers ter beoordeling voorleggen aan de burgerlijke rechter. De uitspraak van de Rechtbank kan evenwel op grond van door de Hoge Raad ambtshalve aanwezig bevonden gronden niet in stand blijven. De Rechtbank had het beroep namelijk wel ontvankelijk, maar ongegrond dienen te verklaren.

Conform Conclusie A-G Ettema (NLF 2017/2143).

Niet zomaar een nummer

Het btw-identificatienummer is altijd net een beetje meer geweest dan enkel een administratief oormerk voor btw-belastingplichtigen. Een korte blik op de wet leert bijvoorbeeld dat het hebben van een btw-nummer materieel doorslaggevend kan zijn voor het bepalen van de plaats van dienst (artikel 7, lid 7, Wet OB 1968) en het toepassen van de daaraan gekoppelde verleggingsregeling (artikel 12, lid 2, Wet OB 1968). Daarnaast speelt het btw-identificatienummer van oudsher een belangrijke rol bij het bewijzen van de aanspraak op het nultarief bij intracommunautaire leveringen (artikel 12, lid 2, onderdeel a, onder 2°, Uitv.besl. OB 1968). De Europese Commissie heeft zelfs voorgesteld om het hebben van een btw-identificatienummer een materiële voorwaarde voor toepassing van dat nultarief te maken.

Kort gezegd: het al dan niet geïdentificeerd zijn voor btw-doeleinden heeft belangrijke (rechts)gevolgen. De Hoge Raad stelt dat in dit arrest duidelijk voorop. Dat lijkt mij een terechte en zelfs noodzakelijke vaststelling voor de latere kwalificatie van de toekenning of de intrekking van een btw-nummer als een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van artikel 1:3, lid 1, Awb. Zonder beoogd rechtsgevolg immers géén rechtshandeling.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HR
Datum instantie
13 april 2018
Rolnummer
16/02939
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:505
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2018/0898
Aflevering
26 april 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1454
bwbr0002320&artikel=26,bwbr0002320&artikel=26&lid=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=4,bwbr0005537&artikel=8:1,bwbv0001506&artikel=49,bwbr0002320&artikel=26,bwbr0002629&artikel=7&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=2,bwbr0002629&artikel=12&lid=4,bwbr0002629&artikel=31&lid=1,bwbr0002633&artikel=24b,bwbr0002672&artikel=10a,bwbr0002672&artikel=12a&lid=1,bwbr0002672&artikel=15,bwbr0002672&artikel=15&lid=16,bwbr0002672&artikel=15b,bwbr0002672&artikel=20&lid=7,bwbr0002672&artikel=20a,bwbr0002672&artikel=24&lid=2,bwbr0002672&artikel=28b,bwbr0002672&artikel=28b&lid=4,bwbr0004770&artikel=43&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina