Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft aan X (belanghebbende) ten aanzien van een woning in de gemeente Schouwen-Duiveland aanslagen forensenbelasting opgelegd van € 955,58 (2018), € 1.076,74 (2019) en € 1.156,13 (2020).

X heeft met B een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten. De woning is in de jaren 2018 tot en met 2020 minder dan 275 dagen verhuurd geweest aan derden.

X heeft zelf ook gebruikgemaakt van de woning. Het feitelijk eigen gebruik was in de jaren 2018 tot en met 2020 minder dan 90 dagen per jaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen terecht zijn opgelegd.

Voor de jaren 2018 en 2019 staat vast dat de verhuurbemiddelingsovereenkomst het gehele jaar van toepassing was en de feitelijke verhuur in die jaren minder dan 275 dagen per jaar was. Dit betekent dat de woning meer dan 90 dagen van die belastingjaren voor X of zijn gezin beschikbaar werd gehouden en dat het belastbaar feit zich heeft voorgedaan. Dat X maar 23 dagen (2018) resp. 16 dagen (2019) feitelijk van de woning gebruik heeft gemaakt, leidt niet tot een ander oordeel.

Ten aanzien van het jaar 2020 is deels de oude verhuurbemiddelingsovereenkomst van kracht, deels geen en deels een nieuwe overeenkomst. Ook voor het jaar 2020 heeft de woning meer dan 90 dagen aan X en zijn gezin ter beschikking gestaan. Het betoog van X dat de woning voor 176 dagen niet verhuurd is geweest door overheidsmaatregelen ter voorkoming van het coronavirus, maakt dat niet anders. Voor het belastbaar feit is namelijk het beschikbaar houden van de woning relevant en niet het feitelijk gebruik of een tijdelijke beperking in het gebruik van de woning.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018-2020
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
9 januari 2023
Rolnummer
20/9528; 20/9529; 22/428
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:99
NLF-nummer
NLF 2023/0286
Aflevering
2 februari 2023
bwbr0005416&artikel=223,bwbr0005416&artikel=223

Naar de bovenkant van de pagina